woensdag 29 juni 2016

Snor

Al neemt het aantal wilde dieren in rood-wit gestreepte tenten en ceremoniemeesters met  Italiaans accent zienderogen af, circus is hot. We hebben hier net een maand afgerond met  de acrobaten van Fontys, zij presenteerden een reeks sterke voorstellingen vorige week in de concertzaal. Reikhalzend keken we, want boven het publiek zwaaide een dame aan de trapeze en maakte een heer een wandeling over het gespannen koord. Ik was er trots op dat dit allemaal bij ons kan en dat die zaal zo geschikt lijkt voor dit jaarlijkse snoepje.

Op de een of andere manier hangt er altijd een bijzonder en nostalgisch sfeertje om dit genre. Als ik het woord circus hoor denk ik snel aan de sfeer van de film Moulin Rouge en aan de reizende gezelschappen aan het einde van de negentiende eeuw. Deze week was ik bij de première van Swan Lake, de nieuwe voorstelling van Jakob Ahlbom met de dansers van ICK Amsterdam. Het aloude sprookje en de muziek van Tsjaikovski, maar dan helemaal anders. En wel precies aansluitend op die burleske sfeer. Dit najaar zijn ze bij ons, compleet met hoge hoeden, messenwerpers en googelacts.

En blijkbaar ben ik niet de enige met deze beelden in het hoofd. Ook ’s lands bekendste illusionist Hans Klok hult zich graag in de sferen van destijds. Zoals altijd tovert hij met wapperende haren duiven uit zijn hoed en halveert hij mooie meisjes op ons podium. Dit keer belooft het wel even wat spannender en wellicht luguber te worden. In aansluiting op Jakob Ahlbom’s productie vorig jaar brengt hij namelijk horror naar de Nederlandse theaters. Geen circus dus, maar een waar spookhuis voor jong en oud.

En dan brengen we nog zo’n voorstelling die past in dit vakje. Laatst ging de voorstelling Dr Miracle van het vernieuwende gezelschap Opera2Day in première. Begin 1900 flirtten de rondreizende tovenaars graag met de wetenschap en ze noemden zich professor of doctor. In deze nieuwe operaproductie speelt hij de hoofdrol, doch zonder een noot te zingen. Dat is aan de andere spelers op het podium, die in een boeiende vaudeville setting de ene na de andere aria tevoorschijn toveren. De recensies waren juichend, dus ik zie er naar uit hen te mogen ontvangen.

Op een feestje vroeg een kind me laatst wat ik nou eigenlijk deed in die schouwburg. Toen ik antwoorde dat ik de directeur speel, vroeg ze me of ik ook een hoge hoed draag. En een zweep en een jas met van die lange flappen achter? Nee dat niet, maar ik draag wel altijd een net pak. Dan telt het niet. En trouwens, zei ze, jij kan geen directeur zijn want je praat Nederlands en hebt geen zwarte snor. Het is altijd tijd voor verbeelding, al zijn sommige stereo types al op je netvlies gebrand voor je ze überhaupt hebt gezien.