Als puber was ik fan van Kiss, de Amerikaanse glamour rockband.
De posters van de beschilderde mannen hingen tot op het plafond van mijn kamer
in Eindhoven. Samen met vriendjes van school speelden we als ‘Kopie Kiss’ in
het parochiehuis Unitas in Woensel. We hadden kostuums genaaid, mayonaise
emmers verzameld voor het drumstel en erg ons best gedaan bij het figuurzagen van
de triplex gitaren. We konden geen noot spelen, laat staan zingen en dat deden
we dan ook niet. Toch voelden we ons grote helden toen we de beker van de
talentenjacht mee naar huis konden nemen.
Bij Theaters Tilburg discussiëren we bij de samenstelling
van het programma aanbod geregeld over het fenomeen tribute band. Het aanbod is
namelijk overweldigend en sinds vorig jaar zijn er indrukwekkende namen aan de
galerij der groten toegevoegd. Denk maar eens aan het werk van George Michael,
Leonard Cohen en Prince. We waken voor gemakzuchtige kopieën van het origineel
en hanteren als stelregel dat de betreffende artiest nooit meer op het podium
zal staan, zodat het een daadwerkelijke tribute kan zijn. Zo’n band als The
Analogues is bijvoorbeeld helemaal top. Ze ambiëren niet om er als The Beatles uit
te zien, dat zal ze ook nooit lukken, maar ze doen wel verschrikkelijk hun best
om nog beter te klinken dan het origineel. Een eerbetoon waar ze overtuigend in
slagen.
In vroegere tijden was de kunst van het kopiëren overigens
geen schande. In de laat-middeleeuwse schildersateliers kenden ze geen plagiaat.
Dat je oorspronkelijk moet zijn is iets van latere tijden. In China wordt ook
nu nog de basis van het vakmanschap als kunstschilder gelegd door eerst nauwgezet
de bekende werken van grote meesters na te schilderen.
En veel van die vaklui zullen ook nooit een volgende stap zetten, het ontbreekt
hen simpelweg aan creatief talent en authenticiteit. Dat is hun lot, onder geen
van hun werken prijkt een eigen handtekening.
Bij het geschreven werk is dat anders. Mijn dochter kwam
laatst verslagen thuis, haar werk was als ‘zeer onvoldoende’ beoordeeld.
Terwijl haar scriptie over de grote filosofen er piekfijn uitzag, netjes
vormgegeven en dankzij internet voorzien van mooie plaatjes van grote denkers. De
boosdoener was Ephorus, het programma dat het onderwijs gebruikt om na te gaan
of documenten oorspronkelijk zijn. Nadat die fraaie scriptie aan de computer
was gevoerd kwam een percentage terug dat lag onder de twintig procent unieke
content. En dat is niet genoeg, dan heb je als havo-leerling simpelweg niet
genoeg zelf nagedacht.
Want meer dan bij muziek en beeldende kunst gaat het bij
schrijven over het eigen denkwerk. Woorden zitten veel dichter op de geest, het
draait om oorspronkelijke redeneringen en de kracht van de verbeelding. Daarom
is het ook zo lastig om samen te schrijven. Kruip maar eens in elkaars hoofd.
Het is uitdagend om met collega’s te debatteren, te sparren en te komen tot een
gezamenlijke visie op een vraagstuk of uitdaging. Zeker als het over je eigen toekomst
gaat. Om dat dan vervolgens aan het papier toe te vertrouwen zodat het
overdraagbaar wordt en je er met anderen handen en voeten aan kan geven.
Meer dan een jaar geleden waren we daar binnen Theaters
Tilburg samen best druk mee, met dat nadenken over de uitdagingen die voor ons
liggen. Dat resulteerde in een toekomstvisie die we nu stap voor stap aan het
verwezenlijken zijn. We ontwikkelen spannende projecten met de jongeren van R-Newt,
werken binnen het Makershuis samen aan het begeleiden van jonge talenten en
maken afspraken met partners. Zodat in juni in Tilburg bijvoorbeeld De Nederlandse
Musical Dagen en in de herfstvakantie het festival Circolo in het Leijpark worden gepresenteerd. Allemaal acties die passen binnen die toekomstvisie.
En dus stond ik deze week aardig perplex toen ik het beleidsplan van een collega uit Limburg kreeg toegestuurd. Een tekstuele kopie als
twee druppels water, zonder enkele bronvermelding of eerbetoon. Ephorus kwam
tot onvoldoende originele content en zelfs het voorwoord is vrijwel gelijk aan
mijn woorden. Maar dan uit naam van een ander. Ze hadden toch ten minste de bron kunnen noemen? En hoe kan een visie inspirerend,
richtinggevend, authentiek en toetsbaar zijn als die niet voorkomt uit een
traject wat je samen met je eigen mensen hebt doorlopen?
Ik wist eerlijk gezegd niet wat te doen. Me beroepen op
copyrights of royalty’s vragen? Ik
maakte me al piekerend in bed vannacht goed kwaad en dacht vanmorgen, laat ook
maar. Het is een eer om te worden gekopieerd. Het gaat niet om de tekst, het gaat om onze eigen visie en hoe die wordt
gedragen door de mensen die er hier in Tilburg invulling aan geven. De tijd zal
het uitwijzen.
Glimlachend denk ik aan de woorden van de beroemde filosoof Eddy
Zoëy. Hij zong in 2007 al een variant op de titel van dat document: ‘bijna, bijna raak, oftewel helemaal
mis’.