maandag 8 april 2013

Mijn stad, jouw stad


Stef Bos heeft een fraai lied waarin hij Antwerpen bezingt. Hij woonde er volgens mij niet eens zo gek lang, maar hij stak zijn liefde voor die stad niet onder stoelen of banken. Met Tilburg ligt dat net even anders. Want standaardmooi, ik bedoel dat wat de meeste mensen mooi vinden, nee, dat is deze oude industriestad niet. Toch zul je er velen tegenkomen die hier nooit meer weg willen gaan. En dat snap ik wel. Deze stad heeft wel iets. Heel veel zelfs. Maar wat is dat dan precies?

Morgen mag ik daarover met een aantal knappe koppen discussiĆ«ren. Hoe verkopen we Tilburg aan de bewoners, bezoekers en bedrijven? Citymarketing noemen ze dat met een oud modewoord. Dat is nog een lastige vraag, een stad is immers geen product, geen winkeltje maar een knap ingewikkeld ding. Zeker als ze op de markt niet al eeuwen in kostuumpjes met ronde kazen rondhollen en eindeloze rijen pakhuizen bouwden, of als het hoogste punt geen honderd jaar oude stalen toren met knipperlichtjes is. Een grote stad als deze is zoveel meer. Dan kom je als marketeer niet weg met een duurbetaalde slogan.

Theaters Tilburg wil het podium van de stad zijn, de meest belangwekkende culturele ontmoetingsplek van de hele regio zelfs.  Daarom denken we mee over citymarketing. Want ook wij willen een positief plekje in uw hoofd. Dat lukt gegarandeerd met onze onvergetelijke voorstellingen en concerten. Al moet u dan wel komen natuurlijk. Hoewel, zelfs als u langsrijdt ziet u het al. Want Tilburg heeft niet zo gek veel gebouwen waar je zo makkelijk trots op kan zijn. Zeker nu de schouwburg binnenkort tot rijksmonument wordt verheven. Welverdiende erkenning voor de architecten van destijds en voor degene die in de afgelopen vijf decennia voor die stenen zorgden.

Het draait bij Theaters Tilburg niet om de gebouwen, maar om de artiesten die we op onze podia brengen. Sommigen kent u al zo lang, anderen zijn gloednieuw. Ze komen vaak vers van de academie die aan ons grenst. En voor ze bij ons staan hebben ze al een hele zwerftocht door Tilburg en de rest van het land gemaakt. Want echt talent is onstuitbaar en toont zich op de gekste plekken. De hele stad kan hun podium zijn. Niet geheel toevallig was dat trouwens de titel van de gemeentelijke beleidsnota over de podiumkunsten. De stad als podium. Een fraaie gedachte, we maken de kunsten zo toegankelijk voor iedereen.

Er schuilt in dat denken trouwens ook een gevaar. Alsof je overal ongestraft voorstellingen en concerten zou kunnen brengen. In buurthuizen, op pleinen, in oude industriĆ«le gebouwen. Dat is natuurlijk niet zo. Hoogwaardige podiumkunsten staan op een hoogwaardig podium. Die vragen om dure apparatuur, goed geconditioneerde zalen en gediplomeerd personeel. Al met al een vrij kostbare onderneming. En wat zo raar is, hoe meer je buiten de schouwburg of concertzaal programmeert, hoe duurder het wordt. Want terwijl je aan de ene kant van de stad mensen en middelen bij elkaar grabbelt, staan ze aan de andere kant met lege handen te kijken hoe het geld door de handen glipt.

Verkoop je als stad dat wat je al bent, of juist dat wat je wil worden? De relatie tussen citymarketing en stedelijke ontwikkeling is me niet helemaal helder, maar hij is er wel. Dus let ik bij al die plannenmakerij goed op. Want Tilburg heeft wel iets. Heel veel zelfs. Maar wat, dat weten we nog niet zo precies.