Stef Bos heeft een fraai lied waarin hij Antwerpen bezingt.
Hij woonde er volgens mij niet eens zo gek lang, maar hij stak zijn liefde voor
die stad niet onder stoelen of banken. Met Tilburg ligt dat net even anders.
Want standaardmooi, ik bedoel dat wat de meeste mensen mooi vinden, nee, dat is
deze oude industriestad niet. Toch zul je er velen tegenkomen die hier nooit
meer weg willen gaan. En dat snap ik wel. Deze stad heeft wel iets. Heel veel
zelfs. Maar wat is dat dan precies?
Morgen mag ik daarover met een aantal knappe koppen
discussiƫren. Hoe verkopen
we Tilburg aan de bewoners, bezoekers en bedrijven? Citymarketing noemen ze dat met een oud modewoord. Dat is nog een lastige
vraag, een stad is immers geen product, geen winkeltje maar een knap
ingewikkeld ding. Zeker als ze op de markt niet al eeuwen in kostuumpjes met ronde
kazen rondhollen en eindeloze rijen pakhuizen bouwden, of als het hoogste punt
geen honderd jaar oude stalen toren met knipperlichtjes is. Een grote stad als
deze is zoveel meer. Dan kom je als marketeer niet weg met een duurbetaalde slogan.
Theaters Tilburg wil het podium van de stad zijn, de meest
belangwekkende culturele ontmoetingsplek van de hele regio zelfs. Daarom denken we mee over citymarketing. Want
ook wij willen een positief plekje in uw hoofd. Dat lukt gegarandeerd met onze onvergetelijke
voorstellingen en concerten. Al moet u dan wel komen natuurlijk. Hoewel, zelfs
als u langsrijdt ziet u het al. Want Tilburg heeft niet zo gek veel gebouwen
waar je zo makkelijk trots op kan zijn. Zeker nu de schouwburg binnenkort tot rijksmonument
wordt verheven. Welverdiende erkenning voor de architecten van destijds en voor
degene die in de afgelopen vijf decennia voor die stenen zorgden.
Het draait bij Theaters Tilburg niet om de gebouwen, maar om
de artiesten die we op onze podia brengen. Sommigen kent u al zo lang, anderen
zijn gloednieuw. Ze komen vaak vers van de academie die aan ons grenst. En voor
ze bij ons staan hebben ze al een hele zwerftocht door Tilburg en de rest van
het land gemaakt. Want echt talent is onstuitbaar en toont zich op de gekste
plekken. De hele stad kan hun podium zijn. Niet geheel toevallig was dat
trouwens de titel van de gemeentelijke beleidsnota over de podiumkunsten. De
stad als podium. Een fraaie gedachte, we maken de kunsten zo toegankelijk voor
iedereen.
Er schuilt in dat denken trouwens ook een gevaar. Alsof je overal ongestraft
voorstellingen en concerten zou kunnen brengen. In buurthuizen, op pleinen, in
oude industriƫle gebouwen. Dat is natuurlijk niet zo. Hoogwaardige podiumkunsten
staan op een hoogwaardig podium. Die vragen om dure apparatuur, goed geconditioneerde zalen en
gediplomeerd personeel. Al met al een vrij kostbare onderneming. En wat zo raar is, hoe meer je
buiten de schouwburg of concertzaal programmeert, hoe duurder het wordt. Want
terwijl je aan de ene kant van de stad mensen en middelen bij elkaar grabbelt, staan ze aan
de andere kant met lege handen te kijken hoe het geld door de handen
glipt.
Verkoop je als stad dat wat je al bent, of juist dat wat je
wil worden? De relatie tussen citymarketing en stedelijke ontwikkeling is me niet helemaal helder, maar hij is er wel. Dus let ik bij al die plannenmakerij goed op. Want Tilburg heeft wel
iets. Heel veel zelfs. Maar wat, dat weten we nog niet zo precies.