Elke zaterdag staat op de website van het Brabants Dagblad de rubriek: De Stad van… Aan
de hand van een aantal vaste steekwoorden geeft een al dan niet bekende
Tilburger wekelijks zijn of haar beeld van de stad. Op 1 juni mocht ik die rubriek vullen. Over mijn eenmalige
ervaring in Noorderligt, de abdijkaas bij La Chouffe en de constatering dat het verdriet van Tilburg 'm zit in dat wat de stad niet is.
Café
Ik woon vlak bij Burgemeester Jansen. De alom aanwezige
Frank van Pamelen gebiedt mij zo nu en dan om me daar te vertonen. Hij heeft
daar een speciaal digitaal alarm voor ontwikkeld. Dan drinken we met zijn
vrienden in een te korte tijd te veel van die lekkere biertjes. Zodat ik de
volgende ochtend met een verdwaasd hoofd opsta. Terugdenkend aan een discussie
over nieuwe barmhartigheid of een ander onderwerp dat ik dan niet helemaal meer
kan duiden.
Restaurant
In de Tuinstraat zit eetcafé 'Bij Maud Eten en Drinken'. Ik
ben wel onder de indruk van de ondernemerslust van deze dame. In een tijd
waarin bijzondere winkeltjes en initiatieven in de Tilburgse binnenstad één
voor één omvallen bouwt zij haar imperium gestaag uit. Met creatieve workshops,
kinderfeestjes, citygames en nu dus een restaurant. Ik heb er laatst gegeten.
Dat is wel OK, ze winnen mij er vooral met hun persoonlijke aandacht en de
huiselijke sfeer.
Snack
Als het op snoepen en snacken aankomt ben ik een saaie vent.
Ik ben er niet zo van. Ik kom nooit in een snackbar. Hoewel, als ik eerlijk ben
hou ik weer wel van wat lekkers bij een glas Belgisch bier. Dan koop ik
abdijkaas bij Bastiaansen op de zaterdagmarkt, voor bij de La Chouffe.
Kunst
Werk en privé vloeien naadloos in elkaar over. Kunst
vertonen, dat is voor mij gewoon hard werken en zakelijk nadenken. Ik hou van
internationale topproducties op ons eigen podium. Genieten doe ik bij de podia
en festivals van mijn collega’s. Ik zie uit naar Eric Vloeimans, geprogrammeerd
door Paradox in het Natuurtheater in Oisterwijk deze zomer.
Natuur
Natuur lijkt hier iets van buiten de stad. Met de bossen en
duinen op loopafstand. Binnen de stad ligt het groen veelal verscholen. Als je
goed kijkt sta je versteld van de kleine landgoederen die ongezien blijven.
Laatst was ik bijvoorbeeld bij Kinderboerderij Maria Goretti, in de wijk
Theresia. Gecultiveerde natuur die dankzij de onaflatende inzet van een paar
vrijwilligers in stand wordt gehouden. Dat is wel een pluimpje waard.
Mag op de schop
Wat een typisch Tilburgse vraag. Als een gebouw je niet
aanstaat, dan mag het blijkbaar op de schop. Die houding heeft het aangezicht
van deze stad bepaald. Niet alles hoeft op de schop, deze stad heeft al genoeg
gaten. Laten we die eerst vullen, nee liever nog, laten we die omploegen en er
gras en klaprozen inzaaien.
Winkel
Bij Theaters Tilburg staan kwaliteit en gastvrijheid hoog in
het vaandel. We hebben vriendelijk toppersoneel, dat zit hier ingebakken in het
dna. Dus kijk ik steeds kritisch hoe dat op andere plekken is. Hier in de
straat zit Runnersworld, een winkel voor lopers. Ze verkopen goede spullen en
ze doen dat met veel kennis en aandacht, maar daarmee is het niet gedaan. Ze
organiseren activiteiten en leveren service ook lang nadat je er iets hebt
gekocht.
Beste herinnering
Voor alles is een eerste keer. Ook in Tilburg. Mijn eerste live ervaring als
Eindhovense tiener was bij de Belgische zangeres Jo Lemaire in het Noorderligt.
Nooit eerder zag ik zo’n band en hoorde ik zo’n fraai stereogeluid. Mijn
ervaring met het Noorderligt is daarbij overigens gebleven.
Verdriet
Hiervoor woonde ik in een prachtige oude vestingstad. Met
stadsmuren, een marktplein, een raadhuis en een kerk. Dat heeft Tilburg dus
niet, zo simpel is het. Daar kun je wel over doormeieren, maar het levert niks
op. Het verdriet van Tilburg zit ‘m in dat wat het niet is. Elke dag is er wel
iemand die daar aan refereert, dus blijkbaar zit dat verdriet wel diep.
Borrelen met
In mijn vak is het elke dag feest. Steeds weer nieuwe
redenen om te borrelen. Bijzonder genoeg ken ik mijn buren niet. Die van
Theaters Tilburg bedoel ik. De Zusters van Liefde wonen in het klooster aan de
Oude Dijk. Daar zou ik nu wel eens op de koffie willen. Want borrelen, dat doen
ze geloof ik niet.
Ontspanning
Als je steeds maar weer op pad bent, biedt thuis zijn je de
beste ontspanning. Ik zie uit naar het nieuwe boek van Dimitri Verhulst,
gewoon in mijn achtertuin. Ik woon bij
de Piushaven en die riante tuin is er overigens nog maar even. Ook hier
moet onder druk van de vooruitgang groen plaatsmaken voor grijs. De hoge
naaldbomen worden binnenkort gerooid, mijn gras wordt geplaveid tot publiek
parkeerterrein.
Eeuwig zonde
Al ben ik niet erg katholiek in mijn opvattingen, de zeven
hoofdzonden zijn de enige die er toe doen. En die zonden zijn overigens nooit
eeuwig, je kan altijd biechten en boete doen. Eeuwig zonde refereert voor mij
te veel aan het verleden, ik leef in het nu, dat is al moeilijk genoeg.
Tilburg
Met anderen mag ik zo nu en dan nadenken over de identiteit
van de stad. En hoe we die dan weer overbrengen aan mensen die Tilburg
nauwelijks kennen. Dat is nog best lastig. Er is hier zó veel te doen. Elk
weekend is er weer een festival, elke avond kan je jezelf op tien plekken tegelijk
vermaken. De kracht zit ‘m in de Tilburgers zelf. Die zijn buitengewoon aardig
en sympathiek. Er hangt zo’n sfeer van samen aanpakken en niet moeilijk doen,
dat bevalt me wel.