Het is stil op de podia van Theaters Tilburg. Net als op de
schaatsbaan, in de scholen en bij de universiteit. Iedereen speelt buiten, in
de zomer blijven onze zalen leeg. Al lijkt het me ook weer niet zo stil als in
het klooster hiernaast. Integendeel, het is hier een drukte van belang. Zelfs
bij dertig graden staan de schilders te fluiten op de steiger, trekken zwetende
installateurs kabels door onze gangen en boren ze luidruchtig gaten in de muur
terwijl ik sta te bellen. Er wordt hier echt hard gewerkt. Onderhoud doen we als
de acteurs en musici op het strand liggen, of zich laven aan de prosecco op de
zomerfestivals.
De telefoon gaat nu aanmerkelijk minder dan wanneer er een ‘
R’ in de maand zit. Dus is er tijd om de klussen te doen die ik al die tijd
voor me heb uitgeschoven. Na twee jaar directeurschap puilde mijn kast uit en
overschreed mijn digitale archief het toegestane aantal megabites. Dus ben ik
aan het opruimen geslagen. De stad volgt mijn opruimdrift. Na de laatste
knallen van het vuurwerk in de Piushaven
wordt de binnenstad al de hele week geveegd en hersteld. De grootste
kermis van Nederland heeft haar sporen nagelaten. Bomen rijden op heftrucks
door de straten, het straatmeubilair gaat op zoek naar haar oude plekje.
Medewerkers die nu niet op vakantie zijn verleid ik op deze
zomerse dagen eens per week op een potje vrijdenken. In het seizoen is daar weinig
tijd voor, dan zijn we druk met artiesten en publiek. Nu daag ik hen uit om de
briljante ideeën te delen die ze in de vakantie opdeden. Thuis op het balkon,
op het luchtbed in de Noordzee of in dat eeuwenoude theater in Italië. Want als
je even afstand neemt zie je de dingen soms helderder, of vanuit een heel ander
perspectief. Zo droomden we een stadsstrand, gewoon hier voor de deur aan de
Schouwburgring. Met speeltoestellen, strandstoelen een cocktailbar met zomerse
muziek. Of een hippe loungeclub in die ruimte boven de hoofdentree. Met elke
dag een leuke DJ en cool publiek in luchtige jurkjes en kekke hemden. U ziet,
we zijn nog maar net terug en zitten met ons hoofd nog in de vakantie. De
komende weken worden we concreter en wie weet, levert het fraaie nieuwe plannen
op voor projecten en activiteiten in ons huis.
De zomer biedt ook ruimte voor andere gesprekken. Zo was ik bij
de buren, de Zusters van Liefde in het klooster aan de Oude Dijk. Een plek die
ik al twee jaar passeer, zonder te weten wat zich achter de vitrages afspeelt.
Ik werd er met koffie en kruidkoek hartelijk ontvangen en rondgeleid. De
monumentale gebouwen zijn de afgelopen jaren zorgvuldig gerestaureerd en
aangepast voor deze steeds ouder wordende
gemeenschap. Er wonen naast de schouwburg maar liefst 180 zusters, die
zijn gemiddeld 88 jaar oud. Sommigen uiterst monter en zelfredzaam, anderen hulpbehoevend
en verward. Mijn verwachtingen bleken trouwens hopeloos achterhaald. Hier geen
murmelende dames die in traditionele kledij door kloostergangen schrijden. Deze
organisatie wil zich niet verschuilen, maar juist openstaan voor mensen van
buitenaf.
Als je even met elkaar praat heb je meer gemeen dan je
vooraf denkt. Dus volgde een gesprek over de relatie met de stad, over publiek
en wat je daar voor kan doen. En dat we zo nu en dan best wel eens iets samen
zouden kunnen ondernemen, wie weet. De eerste samenwerking is trouwens al een
feit. Op 14 en 15 september is het open monumentendag en kan ook u bij de dames
op bezoek. Bij de entree van de kapel herkent u dan wellicht de rode loper met
glimmende paaltjes en koorden van Theaters Tilburg. Met een beetje mazzel
draaien de rollen dan een keer om en is het daar drukker dan hier. Voor een dag
meer publiek op de kerkbanken dan op de theaterstoelen, een goede buur gun je
nieuwe vrienden.