Het grootste deel van onze gasten komt een of twee keer per
jaar naar de schouwburg of concertzaal. Ik weet niet hoe dat met u zit maar ik kan me voorstellen dat zij geen
idee hebben wie er allemaal meebetaalt aan hun avondje uit, hoe dat systeem van
subsidies aan podia en gezelschappen in elkaar steekt. De ophef in de kranten
deze week zal ze grotendeels ontgaan. Het is al moeilijk genoeg om een keuze te
maken uit het grote aanbod van voorstellingen en concerten in ons huis. Ze
vertrouwen er terecht op dat het allemaal puik is geregeld. Dat de gemeente de
juiste keuzes maakt over de steun aan de Tilburgse podia en dat al die andere
overheden en fondsen zorgen dat daarop fraaie en relevante zaken worden getoond.
Vertrouwen en reputatie zijn sowieso belangrijke pijlers
waarop Theaters Tilburg is gefundeerd. Onze gasten mogen er van uitgaan dat we
ons uiterste best doen om een aanbod samen te stellen dat past bij deze grote
stad. Ze mogen erop vertrouwen dat we nieuwe namen ten tonele brengen die
veelbelovend zijn, die de verwachtingen overtreffen. En ze mogen aannemen dat
we meebouwen aan de ontwikkeling van gezelschappen en individuele makers. Zodat
die aan een reputatie kunnen werken waarop onze gasten mede hun keuze baseren.
Toch is dat hele systeem van financiering van de podiumkunsten
in Nederland niet zo slim en doordacht geregeld als je wellicht zou denken. In ons
aanbod voor het nieuwe seizoen 16/17 staat een groot aantal voorstellingen
waarvan ik ondertussen niet meer zeker weet of ze er wel gaan komen. Of waarbij
ik twijfels heb of ze wel zo groots en belangwekkend gaan worden als ik
verwachtte toen we ze op onze website en in die brochure beschreven. Dat komt
omdat een aantal van die gezelschappen vanaf 1 januari 2017 waarschijnlijk geen of onvoldoende
geld meer heeft om die producties te gaan maken.
Het gaat daarbij om gezelschappen die medebepalend zijn voor
ons eigen artistieke profiel. Denk om te beginnen aan Het Zuidelijk Toneel (dat nu haar plannen herschrijft om van steun verzekerd te blijven), aan T.R.A.S.H. (het
Tilburgse dansgezelschap dat dit jaar onze dansmaand opent), Orkater (het
markante gezelschap rondom de gebroeders Van Warmerdam), LeineRoebana (het
huisgezelschap van onze collega's in Breda) en Danstheater Aya (dat sprankelende
en bij ons veelal uitverkochte voorstellingen maakt voor jongeren).
Of denk
aan Opera2Day dat als een van de weinigen het lef heeft om nieuwe opera’s naar ons
podium te brengen en aan Theater Terra dat steeds weer nieuwe jeugdproducties met
poppen lanceert. En dan heb ik het nog niet eens over alle Brabantse
initiatieven die we een warm hart toedragen en die zoals het er nu voor staat niet
op landelijke subsidies mogen rekenen. Zoals de festivals Incubate, Cement, Mundial
en Circolo, of een muzikale held zoals Paul van Kemenade.
Dat hele systeem van subsidietoekenningen ziet er voor een outsider wellicht uit als een loterij, hoe oprecht die adviescommissies het te krappe budget ook proberen te verdelen. Met gejuich en champagne aan de ene kant en
diepbedroefde verliezers aan de andere. Het biedt kansen aan nieuwe makers, dat
is mooi, maar tegelijkertijd dreigen zaken verloren te gaan die te waardevol
zijn om zonder slag of stoot uit ons programma te strepen. Scherpe keuzes doen pijn, ze maken of breken ontwikkelingen. En daarmee raak ik
de kern van deze blog. Als directeur heb ik onze gasten gevraagd me te
vertrouwen, heb ik beloftes gedaan en vergezichten geschetst, heb ik geleund op
de plannen en reputaties van de mensen waar we dagelijks mee werken. Dat
plaatst mij voor een belangrijk moreel probleem. Belofte maakt schuld en ik sta hier in Tilburg vrij machteloos te kijken naar de gevolgen van het landelijk subsidiestelsel.
Dat moet anders kunnen. Slimmer en met meer respect voor
makers, met een belangrijkere rol voor de programmeurs van podia. Met meer oog voor wat in onze stad, in onze regio van belang is. Tussen
die twee en een half miljoen Brabanders moeten genoeg partizanen zitten die willen
strijden voor wat meer culturele onafhankelijkheid. Dus ik steun onze gedeputeerde voor cultuur, laten we
ons verzamelen en de strijd aangaan. Zodat ik kan waarmaken wat ik u heb beloofd.