Monoloog voor een oude schouwburg die treurt om het
verlies van een geliefde.
Regieaanwijzing:
Het personage ligt op een gure donderdag
voor carnaval volledig verlaten aan een tweebaans snelweg in de binnenstad. Striemende
regen in neonlicht. Uit de Stadhuisstraat klinken flarden muziek. Van Dik Hout
zingt ‘Zo stil in mij’. Tekst uitspreken met enige berusting.
'Ik ben niet wereldvreemd, mij krijg je niet snel ontzet. Op
mijn planken zijn talloze liefdesdrama’s verbeeld. Laatst nog, Othello ontstak in
razernij. Hij was overtuigd van het overspel van zijn geliefde Desdemona. Maar
dat is allemaal drama, het is doen alsof. Wat mij nu overkomt is harde realiteit.
Al valt dit verhaal me zwaar, ik zal het u vertellen. Langs mijn ramen stromen
de tranen.
In mijn jonge jaren werd je niet getolereerd. Je was er al
wel, maar niemand mocht je buiten zien. Pas toen ik een jaar of zeven was werd je toegelaten in het stadhuis. Hier aan de overkant trof ik je voor het eerst. Een lange
kleurrijke stoet trok aan me voorbij. Ik weet nog hoe de pauwenveer van Joep d’n
Irste mijn plafond kietelde. Jaar na jaar groeide je, de prille liefde tussen ons bloeide
op.
Menig prins werd onthuld op mijn podium. Ik bood ze allen onderdak
en honderden bitterballen. Duizenden handen werden geschud in mijn foyer. Iedereen hield van je, vooral bij de
kruikenconcerten, daar was je op je mooist, op je vrolijkst. Ach, als mijn
muren eens konden spreken. Ik dacht dat het voor altijd door zou gaan. Hoe kon
ik weten dat je het zou aanleggen met die ander.
Volgend jaar word ik zestig, ik ben niet de jongste meer. Jij
kent van mij elk hoekje en gaatje. Alles hebben we gedaan, geen experiment was
te dol. Elk jaar werd je fraaier, je leefde in mijn gangen en kleedkamers, je
schitterde op mijn podia. Ik ben niet gek. Ik weet hoe je altijd lonkte naar anderen.
Dat is deel van het spel. Zonder geflirt geen carnaval. Ben ik naïef
geweest, had ik beter kunnen weten?'
Regieaanwijzing:
Dronken geschreeuw onder de concertzaal,
een ambulance scheurt langs met zwaailicht, een windvlaag speelt met plastic
bierglazen. Personage spreekt geïrriteerd, licht emotioneel. Bij de tweede alinea slaat de stem over en stokt zo nu en dan een zin.
'Je onstuimigheid kon ik niet altijd volgen. Zoals een paar
jaar terug. We hadden geen woorden gehad, er was niets aan de hand. Je had het
simpelweg besloten. Dit keer ging je het doen zonder mij. Die eerste keer op
elf november, je had je onder een wit tentdoek op het Willemsplein verschanst. Wat
hoopte ik dat het zou hagelen of pijpenstelen regenen. Dat was niet zo. Je werd
liefdevol ontvangen en omarmd. Ik denk dat het toen is begonnen.
Gisteren. Het Twidde Kruikenconcert. Ik hoopte vurig dat het
niets zou worden. Maar oh, wat stond je te springen en wulps te draaien. Je gedroeg je bevalliger en platter dan ooit. Het gevloek in mijn hoofd, ik zal het niet verwoorden. Het deed
me pijn je gelukkig te zien met die ander. Iedereen zag het, iedereen wist het; ik ben je kwijt.
Maar wat kon ik doen. Ik weet dat die van hem groter is dan de
mijne. Hoe stoer hij eruit ziet in zijn zwarte jas met die flikkerende
schijfjes. Hoe jeugdig en robuust hij is, hoe rijkelijk hij het geld en het
bier laat stromen.
Je weet, we hebben elkaar nooit trouw beloofd. Net als jij
ben ik niet monogaam, in mij is ruimte voor zoveel anderen. Eenkennigheid is
een beperking waar je mij niet op zal betrappen. Vanaf morgen nemen dierbare
vrienden bezit van me. En al worden zij ook elk jaar wat ouder, we vieren carnaval als nooit tevoren. Als we het askruisje halen zijn we alles vergeten. Maar jou niet.
Cee-es-tee, je zal nooit weten hoe hartstochtelijk ik je
mis. In gedachten schreeuw ik het van mijn daken. Ik houd mijn rug recht, ik rouw ongezien. Volg jij je eigen pad zoals ik het mijne, wij gaan beiden eeuwig mee. Ooit kruisen onze paden en kom
je bij me terug. Verras me met je nieuwe gedaantes. Dan gaan we weer feesten,
dan zullen we dansen.
Voor nu is het goed, ik zie je.'
Voor nu is het goed, ik zie je.'
Regieaanwijzing:
Personage sluit langzaam de ogen. Gevelspots een voor een uit, dan alle binnenverlichting.
In de verte zingen jonge musicalstemmen het Tilburgs volkslied. Fade out.