Met al die narigheid op onze vermoeide schouders moest er vooral ook vooruit worden gekeken. Chaos schreeuwt om visie en optimisme is een plicht, zeker voor directeuren in onzekere tijden. Dus werkten we onze toekomstvisie uit en schreven we een jaarplan voor 2021. Vreemd genoeg geeft dat de burger moed, vooruitblikken geeft meer energie dan stilstaan en zuchten.
Voor de korte termijn lijkt het simpel, al zal het wederom het uiterste van ons vragen. Om te beginnen doorstaan we de beperkende maatregelen en likken we onze wonden. Vervolgens repareren we de schade in onze organisatie, brengen we onze financiën op orde en herstellen we de balans tussen onze programmering en het publiek. Dat doen we ook nog eens in een jubileumjaar: in het voorjaar wordt de schouwburg 60 en in het najaar de concertzaal 25. Dat tweede jubileum gebruiken we als lichtbaken waar we op koersen, volgend jaar december realiseren we een feestmaand die zijn weerga niet kent.
2021 is het eerste jaar van een nieuwe beleidsperiode. In onze toekomstvisie ik ontmoet je hebben we onze ambities verwoord. Dat doen we vanuit onze blik op de wereld en vanuit de opdracht die we onszelf stellen. Die opdracht overstijgt de crisis waarin we nu wereldwijd verkeren. In de grote en zichzelf snel ontwikkelende stad Tilburg willen we het podium voor alle inwoners bereikbaar blijven maken. We willen waardevolle ontmoetingen tot stand brengen tussen onze gasten en artiesten. Omdat we geloven dat het in de podiumkunsten draait om de live-ontmoeting, in unieke momenten die een mensenleven kunnen veranderen.
Er zijn vier belangrijke onderwerpen waar we de komende jaren op in willen spelen en onze bijdrage aan gaan leveren. Ten eerste is Tilburg een stad van makers, een stad met kunstvakopleidingen, gezelschappen, lokale makers en samenwerkingsverbanden die het makerskwaliteit verstevigen. Ten tweede zal met de komst van het Stadsforum onze directe omgeving en positie in de stad veranderen, we willen de belangrijkste culturele ontmoetingsplek zijn en blijven aan deze zijde van de binnenstad. Ten derde willen we ons ook verbinden met inwoners voor wie een bezoek aan onze gebouwen (nog) niet voor de hand ligt, we verkennen daarom samenwerkingsmogelijkheden in de wijken. En tenslotte ligt er een gemeentelijk cultuurplan dat naadloos aansluit op onze ambities en ideeën, een plan dat onze brede inzet in de gemeente bevestigt en ons aanmoedigt door te gaan met onze programma’s voor jeugd en jongeren.
In het eerste jaar zullen we ons uiterste best moeten doen onze vaste gasten terug te winnen. Laten we hopen dat ze ons straks net zo vaak bezoeken als voorheen. Daarnaast blijven we ons best doen voor nieuwe publieksgroepen, voor het publiek dat mogelijk een drempel ervaart omdat zij zich nog niet voldoende herkennen in wie we zijn en wat we doen. We willen laten zien dat inclusiviteit, diversiteit en toegankelijkheid geen moeilijke woorden zijn, maar een vanzelfsprekendheid. In 2024 is het bij Theaters Tilburg anders dan in 2020, of in 2016. Het wordt nooit meer zoals het was en dat willen we ook niet.
We geloven dat we over vier jaar niet alleen minstens zoveel gasten ontvangen als voor de coronacrisis, maar ook dat we meer dan nu een bruisend cultureel hart zijn geworden aan een nieuw stadsplein. Dat er elke dag zichtbaar wordt gerepeteerd, gewerkt, gediscussieerd en natuurlijk genoten. Dat we een onbetwistbare plek innemen in het hart van de binnenstad, en bovenal in het hart van de Tilburgers. Ik geloof daarin. Dus heb ik uit alle boodschappen die me deze dagen bereikten voor de komende jaren het volgende credo gedestilleerd: laat los wat was, vier wat is, omarm wat kan.