donderdag 30 april 2015

Gesnif, gebral en geglunder


Het was een fraaie vrijdagavond in Theaters Tilburg. In de schouwburg was de voorstelling van Herman van Veen tot op de laatste stoel uitverkocht. Het duurde dus even alvorens we iedereen op de juiste plek hadden. Nadat Herman zijn eerste hese noten had ingezet, spoedde ik me naar de concertzaal voor het concert van het Nederlands Blazersensemble. Zij speelden het laatste deel van een trilogie op de muziek van Joseph Haydn. Van de voorgaande delen was ik erg onder de indruk, dus ‘De hemel’ wilde ik niet missen.

Dat blazersensemble is een knap clubje dat niet terugdeinst voor een moeilijke opgave. Zo hebben ze ook dit keer een niet al te eenvoudige compositie voor symfonisch orkest omgezet naar blazers met slagwerk. Plus de uiterst charmante Vlaamse dichter en schrijver Bart Moeyaert. Hij zat op een ladder en vertelde een verhaal, dat werd omlijst en ondersteund door die fantastische blaasmuziek. Het ging over een man wiens dagen geteld zijn. Over de Dood die langskomt en hem nog enkele dagen gunt. Zodat hij nog een keer naar zee kan, om zich daar rustig op zijn plaid uit te strekken met een thermoskannetje koffie. Tot de Dood hem in het oor fluistert.

Zo eens in de zoveel tijd zit ik in de zaal en wordt ik echt geraakt. Dit was zo’n moment waarin ik zachtjes in mezelf huilde. Wat een mooi verhaal, wat een mooie muziek. Ik dacht iemand die pas is gestorven, en aan iemand die niet zo heel lang meer bij ons zal zijn. En ik was niet de enige. We moeten allemaal leren afscheid te nemen. Toen ik om me heen keek zag ik bij dat daverende applaus meer waterige ogen, en zakdoekjes die besmuikt werden weggestopt.

Door, door. Zondag was ik er weer, bij die concertzaal. Nu stond ik buiten in een vip-box met kroegbazen, ondernemers en wethouders. Het contrast met vrijdag had niet groter kunnen zijn. Uit volle borst zongen we mee met de koren op het podium van ‘Tilburg Zingt’. Het bier stroomde rijkelijk. Dat is dan weer het voordeel als je als VIP wordt uitgenodigd. En terwijl ik de volgende morgen met een schorre keel en een mistig hoofd op stond, werd de Schouwburgring in een razend tempo schoongeveegd.

Een pluimpje voor de mannen en vrouwen van de reinigingsdienst, want diezelfde maandagavond konden we op dezelfde plek weer een uitverkocht huis voor het Koningsconcert verwelkomen. Als u vrij bent, zijn wij vaak aan het werk. Dat is dankbaar werk, u hoort me niet klagen, zeker op deze Koningsdag met zoveel gelauwerden in huis. In nette kleren en met de lintjes opgespeld zaten ze glunderend te luisteren naar een wereldvermaard pianokwintet dat romantische muziek bracht van Brahms. Voorafgegaan door het Wilhelmus en een driewerf voor de koning uiteraard. Hoera, hoera, hoera.

Ach en zo spoedt zo’n week zich voort. Zelf waren we natuurlijk het meest druk doende met de seizoenspresentatie op dinsdag. Een goed gevuld programma met previews van alles wat het nieuwe seizoen ons gaat brengen. Met een fraaie Amerikaanse slee en vrolijke dansers van Fontys op het toneel om de aandacht te vestigen op de première van Grease dit najaar. Met tips van onze programmeur Simone Mager en haar muzikale assistent Gert Gering. En de onthulling van het nieuwe magazine natuurlijk. Met wederom ruim 300 goed gevulde culturele avonden in het vooruitzicht. Zo ziet u maar, het houdt nooit op, sla dat nieuwe magazine er maar eens op na.