Het was een fraaie vrijdagavond in Theaters Tilburg. In de schouwburg was de voorstelling van Herman van Veen tot op de laatste stoel uitverkocht. Het duurde dus even alvorens we iedereen op de juiste plek hadden. Nadat Herman zijn eerste hese noten had ingezet, spoedde ik me naar de concertzaal voor het concert van het Nederlands Blazersensemble. Zij speelden het laatste deel van een trilogie op de muziek van Joseph Haydn. Van de voorgaande delen was ik erg onder de indruk, dus ‘De hemel’ wilde ik niet missen.
Dat blazersensemble is een knap clubje dat niet terugdeinst
voor een moeilijke opgave. Zo hebben ze ook dit keer een niet al te eenvoudige
compositie voor symfonisch orkest omgezet naar blazers met slagwerk. Plus de uiterst
charmante Vlaamse dichter en schrijver Bart Moeyaert. Hij zat op een ladder en
vertelde een verhaal, dat werd omlijst en ondersteund door die fantastische
blaasmuziek. Het ging over een man wiens dagen geteld zijn. Over de Dood die
langskomt en hem nog enkele dagen gunt. Zodat hij nog een keer naar zee kan, om
zich daar rustig op zijn plaid uit te strekken met een thermoskannetje koffie.
Tot de Dood hem in het oor fluistert.
Zo eens in de zoveel tijd zit ik in de zaal en wordt ik echt
geraakt. Dit was zo’n moment waarin ik zachtjes in mezelf huilde. Wat een mooi
verhaal, wat een mooie muziek. Ik dacht iemand die pas is gestorven, en aan iemand
die niet zo heel lang meer bij ons zal zijn. En ik was niet de enige. We moeten
allemaal leren afscheid te nemen. Toen ik om me heen keek zag ik bij dat
daverende applaus meer waterige ogen, en zakdoekjes die besmuikt werden
weggestopt.
Door, door. Zondag was ik er weer, bij die concertzaal. Nu
stond ik buiten in een vip-box met kroegbazen, ondernemers en wethouders. Het
contrast met vrijdag had niet groter kunnen zijn. Uit volle borst zongen we mee
met de koren op het podium van ‘Tilburg Zingt’. Het bier stroomde rijkelijk. Dat
is dan weer het voordeel als je als VIP wordt uitgenodigd. En terwijl ik de
volgende morgen met een schorre keel en een mistig hoofd op stond, werd de
Schouwburgring in een razend tempo schoongeveegd.
Een pluimpje voor de mannen en vrouwen van de
reinigingsdienst, want diezelfde maandagavond konden we op dezelfde plek weer
een uitverkocht huis voor het Koningsconcert verwelkomen. Als u vrij bent, zijn
wij vaak aan het werk. Dat is dankbaar werk, u hoort me niet klagen, zeker op
deze Koningsdag met zoveel gelauwerden in huis. In nette kleren en met de
lintjes opgespeld zaten ze glunderend te luisteren naar een wereldvermaard
pianokwintet dat romantische muziek bracht van Brahms. Voorafgegaan door het
Wilhelmus en een driewerf voor de koning uiteraard. Hoera, hoera, hoera.
Ach en zo spoedt zo’n week zich voort. Zelf waren we
natuurlijk het meest druk doende met de seizoenspresentatie op dinsdag. Een
goed gevuld programma met previews van alles wat het nieuwe seizoen ons gaat
brengen. Met een fraaie Amerikaanse slee en vrolijke dansers van Fontys op het
toneel om de aandacht te vestigen op de première van Grease dit najaar. Met
tips van onze programmeur Simone Mager en haar muzikale assistent Gert Gering. En
de onthulling van het nieuwe magazine natuurlijk. Met wederom ruim 300 goed
gevulde culturele avonden in het vooruitzicht. Zo ziet u maar, het houdt nooit
op, sla dat nieuwe magazine er maar eens op na.