Vorige
week zijn de adviezen van de Commissie Kunsten van de Provincie Noord-Brabant
bekend geworden. Het is goed nieuws dat de provincie extra geld uittrekt voor
kunst en cultuur en het is helemaal fraai dat we er dankzij de afspraak over
matching ook nog eens in slagen om meer rijksgeld hiernaartoe te laten vloeien.
Dat sluit aan op de ambitie om samen te werken aan de versterking van de
culturele regio BrabantStad. Dit zal doorslaggevend zijn in de aanloop naar een
nieuwe beleidsperiode waarin de culturele ambities van stedelijke regio’s leidend
zijn bij de financiering van kunst en cultuur. Dus juichen we het net als u toe
dat de wethouders van de vijf Brabantse steden in de aanloop daarnaartoe de
handen ineenslaan en samen willen bouwen aan onze culturele toekomst.
Tilburg
vervult in BrabantStad een cruciale rol, ook op cultureel gebied. Wij zijn een
stad waar talenten worden ontdekt en opgeleid, een stad waar jonge makers een
eerste stap kunnen zetten in hun professionele ontwikkeling, een stad die
beschikt over actieve musea, podia en festivals om dat prille talent in een nationale
en internationale context te plaatsen. Zoals met elke subsidieronde zijn er
winnaars en verliezers. En al pakt dat dit keer op provinciaal niveau best
aardig uit, het is opmerkelijk dat juist in Tilburg nu rake klappen vallen.
Wij zijn solidair met onze collega’s die in hun voortbestaan worden bedreigd en
willen hen helpen hun missie te voltooien. Maar ons collectieve belang gaat
verder dan dat. Het gaat er vooral om dat die keuzes ingrijpende gevolgen kunnen
hebben voor de ontwikkeling van kunst en cultuur in BrabantStad op middellange
termijn.
De
ongewenste gevolgen zitten besloten in de gekozen systematiek van beoordelen en
toekennen. Uw eigen commissie wees u al op de nadelen hiervan. Dus vragen we u om
die individuele adviezen te heroverwegen, om vast te stellen welke besluiten op
bovenstedelijk niveau tot onomkeerbare schade kunnen leiden. Natuurlijk willen
we u daar als lokale professionals bij helpen. Al begrijpt u zelf ook dat de
mogelijke opheffing van dansgezelschappen niet bijdraagt aan het profiel als dansstad,
dat beeldend kunstenaars niet floreren zonder professionele presentatiepartners
en dat het minimaliseren van beeldbepalende, grensverleggende festivals onze
stad en daarmee de hele regio op achterstand zet.
Wij
vragen u om vervolgens met ons en onze collega’s in gesprek te gaan en na te
gaan hoe kan worden voorkomen dat die schade optreedt. Want hoe wijzelf en onze
gemeente ook ons best doen, samen met Gedeputeerde Staten heeft u daarin een
bepalende stem. Wij waarderen uw onaflatende inzet voor kunst en cultuur in
Brabant en vragen u dit keer nog een tandje extra bij te zetten. Niet zozeer
voor ons, maar bovenal voor de inwoners van de provincie waar we zo trots op
zijn.
Met
hartelijke groet,
Boyke
Brand, Factorium Podiumkunsten
Eric Japenga, Het Zuidelijk Toneel
Errol van de Werdt, Stichting Mommerskwartier
Frans Ellenbroek, Natuurmuseum Brabant
Frens Frijns, Poppodium 013
Hendrik Driessen, Museum De Pont
Karen Neervoort, Fontys Hogeschool voor de Kunsten
Maurice Dujardin, Theater De NWE Vorst
Paul Guldemond, Jazzpodium Paradox
Peter Kok, Bibliotheek Midden-Brabant
Rob van Steen, Theaters Tilburg
Wim van Stam, DansBrabant
Eric Japenga, Het Zuidelijk Toneel
Errol van de Werdt, Stichting Mommerskwartier
Frans Ellenbroek, Natuurmuseum Brabant
Frens Frijns, Poppodium 013
Hendrik Driessen, Museum De Pont
Karen Neervoort, Fontys Hogeschool voor de Kunsten
Maurice Dujardin, Theater De NWE Vorst
Paul Guldemond, Jazzpodium Paradox
Peter Kok, Bibliotheek Midden-Brabant
Rob van Steen, Theaters Tilburg
Wim van Stam, DansBrabant