dinsdag 29 juli 2014

Tilburgse zomeroverpeinzingen



Ik vroeg me af. Zou zo’n nieuwe wethouder, onder haar donkerblauwe parasol aan de Middellandse zee, op dit moment ook over Tilburg nadenken? Of specifieker nog, over kunst en cultuur in deze voormalige textielstad die al jaren op zoek is naar haar ziel en zaligheid? Of die nieuwe raadsleden, die nog kort voor de vakantie beloofden dat ze alles gaan doen in het belang van Tilburg en de Tilburgers. Zouden die al afstand kunnen nemen en hun complexe verantwoordelijkheid kunnen overzien? Het heeft mij best even gekost voor ik enige notie had waar het hier om draait. En eerlijk gezegd heb ook ik zo mijn gezichtsbeperkingen, als theaterdirecteur te midden van andere worstelende culturele organisaties en festivals.

Dit najaar gaan die gemeenteraad en het college samen namelijk nadenken over de begroting 2015. En begroten, dat is in deze tijd nog knap lastig. Niet dat het hier eenvoudig is, bij Theaters Tilburg moeten we nogal wat kunstgrepen uithalen om in de zwarte cijfers te blijven. Terwijl de bijdrage van de gemeente fors is teruggesnoeid en ook ons publiek zo nu en dan behoorlijk de adem inhoudt, loopt de huur elk jaar gestaag op en zijn er kostbare nieuwe cao-afspraken gemaakt. En binnen die beperkingen zullen we toch blijven zoeken naar de fraaiste voorstellingen en concerten, bedenken we nieuwe concepten voor activiteiten en investeren we in nieuwe systemen, het restaurant en in een passende omgeving voor ons publiek.

Voor gemeenteraadsleden moet dat natuurlijk ook zoiets zijn. Aan de ene kant is er minder geld, aan de andere kant proberen ze zoveel mogelijk hun stempel te drukken op de vernieuwingen in deze stad. Nou doen zij dat natuurlijk ook niet voor zichzelf, maar voor u uiteraard. Laat dat nu bij Theaters Tilburg net zo zijn. Ook wij staan voor een publieke opdracht en betalen dat uit publieke middelen. Dus als ze mij om advies vragen, dan zou ik het wel weten. Ik zou zeven punten weten waarmee Tilburg het culturele veld en daarmee zichzelf vooruit zou helpen. Ik zal ze even noemen, bij het gesprek met de gemeenteraad dit najaar zal ik ze na overleg met mijn culturele collega’s wat verder uitwerken.

Ten eerste, hou de basis op orde. Koester hoogwaardige bestaande culturele voorzieningen zoals de podia en musea en voorkom dat zij hun werk niet goed meer kunnen doen door een te eenzijdige focus op nieuwe events op nieuwe locaties. Ten tweede, behoud structureel geld voor projecten en zoek samen met ons naar matches van dit geld met dat van andere overheden en het bedrijfsleven. Ten derde, wees ruimhartig naar initiatieven die de deelname bevorderen vooral voor kinderen en inwoners die minder makkelijk kunnen profiteren van de culturele Tilburgse verworvenheden. Ten vierde, omdat veel van ons in gemeentelijke gebouwen zijn ondergebracht, zorg dat de huur niet harder stijgt dan de inkomsten uit subsidies en publieksbestedingen. Oh ja, maak die gebouwen dan ook een beetje duurzaam en help ons bij de aanpassingen die het publiek van ons vraagt, ook als dat iets meer kost dan aanvankelijk gedacht.

Bent u er nog? Tsja, wellicht is zeven punten een beetje teveel voor een column. Maar ik heb het zojuist allemaal bedacht, dus nu wil ik het ook melden. Daarom, ten vijfde, neem citymarketing serieus en stel daarbinnen cultuur centraal. Er is in deze stad genoeg om trots op te zijn,  daar moet je wel mee durven pronken. Ten zesde, zorg voor voldoende culturele allure en excellentie. Er zijn veel grootschalige horecagedreven evenementen, daar is niets mis mee, maar ondersteun dan ook de internationale ambities van culturele basisvoorzieningen. Zodat we samen kunnen genieten van spraakmakende voorstellingen, concerten en tentoonstellingen. Oh ja, dan tenslotte als zevende, realiseer in de winter een hoogwaardig, artistiek gedreven festival van nationale allure naast de bestaande beeldbepalende festivals in voor- en najaar. Onze grootstedelijke ambities zijn met het uitblijven van de titel Culturele Hoofdstad immers niet verdampt.

U ziet, als ik het voor te vertellen had, dan zou ik het wel weten. De beste stuurlui staan aan wal. Volgende week ga ik dan eindelijk maar eens zelf op vakantie. Wellicht dat ik drijvend op mijn luchtbedje nog een schokkende ingeving krijg. Dan zal ik die later nog wel met u delen, of wie weet bel ik nog even met die wethouder die elders aan het strand ligt te zonnen