woensdag 31 december 2014

Onvermijdelijk

Deze dagen struikel ik over de lijstjes en overzichten van 2014. Terwijl we bij Theaters Tilburg pas halverwege zijn. Wij denken immers in seizoenen. We hebben nog veel fraais voor u in petto en zullen de komende periode niet nalaten omdat de wereld te laten weten. Maar goed, geheel ongevoelig ben ik niet voor dat terugblikken. Er passeert wekelijks een groot aantal voorstellingen en concerten in ons huis en ik heb het voorrecht om daar bij te mogen zijn. Ik stelde mezelf de vraag wat me geraakt heeft dit jaar. Dat is best veel, maar laat ik eens vier van die momenten benoemen.

Zo raakte ik meegesleept en erg in vervoering bij het confronterende Tragédie van choreograaf Olivier Dubois. In een anderhalf uur durende uitputtingsslag liet hij achttien naakte dansers volgens strakke schema’s bewegen op een voortdurende, opzwepende stroom van geluid. Ik was vooraf onbekend met deze man en onzeker over de opkomst en de reacties van het publiek. Het bleek een gewaagde internationale dansvoorstelling die in Tilburg op een groot enthousiasme mocht rekenen.

Soms ben ik erg geraakt door een klein gebaar, een kleine interactie tussen twee acteurs. Zoals dit jaar bij de 9 zeer korte toneelstukken van Het Zuidelijk Toneel. In het kelderrestaurant Bertje was een kleine slaapkamer gebouwd waarin de acteur Mandela Wee Wee een vader speelt die zijn aanvankelijk onrustige zoontje (Mitchell Abionie) instopt. Aan het eind zingt hij een paar oudhollandse liedjes waarop het zoontje eindelijk in slaap valt. Een gouden moment.

En natuurlijk was ik ook trots dit jaar, dat vind ik zelf een heel prettige emotie. Die trots voel ik best vaak, bijvoorbeeld als ik ons programma bekijk of me tussen het publiek in onze fraaie gebouwen beweeg. Of wanneer ik me met medewerkers mag omringen die stuk voor stuk toegewijd en enthousiast zijn. Maar ik was vooral trots toen bleek dat ons restaurant Lucebert na de restyling werd omarmd door zowel de oude, als de nieuwe bezoekers. Dat de kookkunsten van Tom Biessen en zijn crew in deze ambiance terecht avond aan avond gretig aftrek vinden.

Het jaar begon voor mij trouwens muzikaal gezien overdonderend met Amsterdam Sinfonietta en De Dijk. In de concertzaal Tilburg zijn we steeds naarstig op zoek naar programmaconcepten waarmee we een breder publiek aan ons kunnen binden. De combinatie tussen een klassiek ensemble en popmusici kan juweeltjes opleveren, al is er geen enkele garantie op succes. Dit keer was het samenspel tussen Huub van der Lubbe en de strijkers prachtig, met werk van Tsjaikovski naast Shaffy en Brell, en een lied uit Schubert’s Winterreise naast Groot Hart. Ik luister de cd vaak terug.

Oh ja, aan het einde van het jaar was er nog een momentje dat gekoesterd wil worden. De regisseur Jetse Batelaan creëerde met zijn gezelschap Artemis een nieuwe, verwarrende voorstelling voor kids vanaf een jaar of tien. Een voorstelling die kinderen serieus neemt, die ze niet wil amuseren maar juist wil uitdagen. In Ja, ja, ja jullie hebben hele mooie spulletjes wordt gevraagd of het wel helemaal goed gaat met die kreunende zwerver in de hoek van het decor. Waarop wordt geantwoord dat we ons geen zorgen hoeven te maken. Die mijnheer is acteur, hij speelt immers toneel.

Jammer eigenlijk, hoe zo’n jaar voortraast, hoe vergankelijk de momenten zijn die we op onze podia mogelijk mogen maken. Laten we ze nog even koesteren, laat zelf uw mooiste theater- en muziekbelevingen het geestesoog passeren. En wees niet getreurd, want alles gaat voorbij. En morgen, morgen is er weer een nieuwe dag. Dan begint een nieuw jaar bij Theaters Tilburg dat naar u lonkt en vol is van weer nieuwe dromen en beloften.

woensdag 26 november 2014

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen

Vandaag ontving ik een handgeschreven brief van Gerrit Poels. Hij vroeg me hem te ondersteunen in zijn werk voor de minder bedeelden in deze stad. Als u mijn blog vaker leest herinnert u zich wellicht dat ik hem vorig jaar rond kerst een bijdrage mocht geven namens de medewerkers van Theaters Tilburg. Hij schaamde zich niet, zo schreef hij, om een bedelbrief te schrijven en me er aan te herinneren dat monden elke dag moeten worden gevoed, dat brood elke dag wordt gebakken.

Ben je gelukkig als er elke dag brood op de plank is? Nee, dat denk ik niet. Wel andersom, het lijkt me een belangrijke voorwaarde. Denk aan de piramide van Maslov. U weet wel, die stapeling van behoeften, te beginnen met lichamelijke behoeften zoals eten, drinken en slapen. Als die voldaan zijn komt veiligheid en zekerheid, vervolgens sociale behoeften zoals saamhorigheid, liefde en vriendschap. Hoger in de piramide volgen waardering en erkenning en aan de top staan zelfontplooiing en zelfreflectie.

Een heel aardig en overzichtelijk model, alleen bleek die rangorde wetenschappelijk niet te bewijzen. Het is niet zo dat je geen behoefte hebt aan schoonheid als je fysiek niet in orde bent, of dat je niet ongelooflijk van iemand kan houden in tijden van grote onzekerheid. Maar goed, die piramide maakt je er wel van bewust dat er om gelukkig te zijn meer nodig is dan een gevulde bankrekening en een auto voor de deur. Het gaat om 'top and bottom', niet om een van beiden.

Met die brief van de broodpater in het achterhoofd vind ik het een beetje gênant om u te vragen na te denken over ons partnerprogramma. U weet het wellicht al, wij bieden u de mogelijkheid om jaarlijks geld te geven aan Theaters Tilburg. Zo kunnen wij er weer voor zorgen dat basisschoolkinderen hun eerste theaterervaring opdoen. We zorgen dat kinderen op school worden voorbereid op wat ze gaan zien, we vervoeren ze en bieden een professionele jeugdvoorstelling. Die eerste ervaringen zijn onbetaalbaar. Niet elk kind heeft immers ouders die naar het theater kunnen of willen gaan. Cultuureducatie is volgens mij essentieel om op te groeien en je te ontwikkelen tot een gelukkig mens. En, niet onbelangrijk, in dat partnerprogramma doen we natuurlijk ook iets waardevols voor u terug.

Dus denk er eens over na in deze donkere dagen zo voor de kerst. Schenken is het nieuwe ontvangen. En als u voor het nieuwe jaar schenkt, kan u het nog bij de belasting opvoeren ook. En kiezen hoeft niet, het gaat om brood èn spelen. Dus vergeet ‘Pater’ Poels niet en check tevens het partnerprogramma op onze website. Van beiden wordt u wijzer. Want delen is het nieuwe vermenigvuldigen, echt waar.

vrijdag 31 oktober 2014

Niet onopgemerkt



Gaat het Magogo Kamerorkest echt stoppen? Ja, spijtig, spijtig. Er zijn veel memorabele concerten gerealiseerd, zo’n einde is pijnlijk. In de afgelopen jaren is er door veel mensen hard gewerkt om het orkest levensvatbaar te laten zijn.

Waarom het dan toch niet verder kon? Naast de schoonheid in de zaal was daar steeds de economische realiteit, de strijd om het publieksbereik. De afwezigheid van de noodzakelijke speelbeurten in het land voor de unieke producties die Magogo steeds maar weer van de grond wist te tillen.

Wat het meest bijzondere  is dat ik heb meegemaakt met het Magogo? Goh, daar vraag je me wat. Ik denk dat ik het meest werd geraakt door Gerard van Maasakkers met Zomaar onverwacht, het meest in vervoering raakte van de Vier jaargetijden van Astor Piazzolla en dat ik in verwarring was van het batafysische concert van Micha Hamel. En ja, ik ben steeds erg trots geweest op het feit dat de kleurrijke zaal van Jo Coenen en Peter Struyken werd bespeeld door ons ‘eigen’ orkest, met prachtige beelden en een heel eigen gebruik van videoprojectie.

Wie ik zou willen bedanken? Tsja, die lange reeks namen laat ik liever aan de voorzitter van Magogo. Maar weet je? Zonder componist geen muziek, zonder musici geen klanken. Dus hen ben ik het meest dankbaar. En het publiek natuurlijk, dat toch maar steeds haar vertrouwen in het orkest stelde.

Hoe rond je zo’n tijdperk nu gepast af? Als je groots hebt gepresteerd, moet je met allure eindigen. Daarom gelukkig geen requiem, maar een feestelijk slotconcert, met vuurwerk en allerlei mensen die in de afgelopen jaren zo belangrijk waren voor Magogo en voor Concertzaal Tilburg. Het doet nu eenmaal pijn om afscheid te nemen, je kan beter lachen door de tranen heen.

Hoe nu verder? De muziek speelt altijd door. Tegen de stroom in, ook als overheden terugtreden en bedrijven aarzelen. De zoektocht naar een nieuwe orkestpraktijk en nieuw publiek stopt niet, ook niet hier in Tilburg. De meest kleurrijke concertzaal van het Zuiden staat voor een brede en diverse programmering met gevoel voor traditie en een scherp oog voor vernieuwing, met dit seizoen initiatieven zoals Micha’s Mix, Incubated: fluisterzacht en Casual Classics, naast de standards van philharmonie zuidnederland en de Nederlandse Bachvereniging.

Is er toekomst voor concertzalen? Natuurlijk. De kern van wat wij doen is ‘live’. Het draait hier om echte musici, die spelen in het hier en nu. Ik geloof dat niemand de kracht van klassieke muziek kan ontkennen, dat iedereen wel eens mag worden opgetild door virtuoze violen. Daarna luister je nooit meer hetzelfde.

Magogo heeft veel mensen blijvend geraakt. Het is niet onopgemerkt gebleven.

dinsdag 30 september 2014

Directeuren dansen niet


Bij de uitreiking van de Jacques de Leeuwprijs deze zomer werd ik door een Fontys-danseres het podium op getrokken. Ze zette me met de rug naar het publiek en fluisterde me in het oor ‘niets doen, niet dansen’. Vervolgens bewoog ze gracieus en soepeltjes om me heen, ik stond erbij als een zoutzak in een mooi pak. Het contrast was helder, haar statement was gemaakt. Al wist zij niet wie ik was en wat mijn rol is in dit huis. Directeuren dansen niet. Hoogstens stiekem.

Theaters Tilburg programmeert graag veel moderne dans, er is veel publiek voor in Tilburg. Dat is bijzonder, maar niet zo vreemd. Dans lijkt populairder dan voorheen. Voor zowel de urban arts van ISH als de Junior Company van het Nationale Ballet stromen de zalen vol. In Tilburg houdt jong en oud van dans, met name komende maand spelen we in op die grote belangstelling. Dat doen we trouwens niet alleen. In Tilburg zijn alle stappen in de ontwikkeling van danstalent vertegenwoordigd. Van de jonge balletmeisjes (en -jongens!) bij Factorium, via de dansacademie en DansBrabant tot de toptalenten op de podia van de Nwe Vorst en Theaters Tilburg. Dus werken we in Tilburg Dansstad samen om te laten zien wat deze stad allemaal in petto heeft.

De populariteit van dans zie je ook nationaal. Bekende choreografen nemen zitting in de jury van ‘So you think you can dance’, de documentairereeks ‘Bloed, zweet en blaren’ toont de inspanningen back stage en in het Circustheater trekken vanaf november jonge dansende knapen volle zalen in de musical Billy Elliot. Oh ja, en choreografe Isabelle Beernaert siert dit seizoen niet voor niets onze website en magazine. Dat is mooi, van dansen wordt je vrolijk. Als je zelf danst, maar ook als je alleen maar kijkt. Het Tilburgse danspubliek is doorgaans dolenthousiast. Het zijn de momenten dat ik sta te glunderen in de zaal. Het applaus tovert de tranen in de ogen van de vermoeide jongelingen op het podium.

Dat enthousiasme bleek ook maar weer eens afgelopen zondag in de Tilburgse binnenstad. Bij de Dansdropping werd de winkelende massa geconfronteerd met dans op allerlei locaties. In de etalage van de V&D werkten jongeren zich in het zweet aan de barre, door de straten dansten vreemde wezens in fel groene kostuums, in de Emmapassage botsen argeloze bezoekers op de bizarre bewegingen en geluiden van Katja Heitmann. Dans hoeft niet alleen te plezieren, het mag ook schuren en schokken. Dus dat het publiek af en toe de wenkbrauwen fronst of een stapje terug moest doen, dat geeft niks.

Best bijzonder dat dans populair is, het is immers een behoorlijk abstracte kunstvorm. Wat doen die mensen daar nu eigenlijk op dat podium? Dans tilt je op, dans brengt verlichting in je hoofd. Hoewel, soms kan het beeld aardig heftig en zwaar zijn. Dan is de inleiding van die Vlaamse dame voor onze voorstellingen heel prettig. Dat je snapt waar het vandaan komt. Ze legt het graag aan je uit. Van de Franse hofdansen en de academische balletten, via Rudi van Dantzig en Hans van Manen tot nieuwe helden zoals onze ‘eigen’  Itamar Serussi Sahar die nu bij Scapino is geland.

In de voorstellingen van Oktober Dansmaand valt me op dat ook andere disciplines ons podium betreden. Het draait tegenwoordig om veel meer dan dans alleen. Morgen staat bijvoorbeeld de actrice Monic Hendrickx tussen vijf dansers van Het Nationale Ballet, de volgende dag speelt violiste Liza Ferschtman in de voorstelling van Leine en Roebana en even later deze maand klinken de sopranen van Opera Zuid naast de danstalenten van Emio Greco. En ik heb die voorstellingen nog niet gezien, maar volgens mij dansen die actrice, violiste en sopranen niet. Of wie weet, wie weet dansen ze stiekem. Ik hoop dat je het leuk vindt.

Wil je weten wat er te doen is deze maand? Bezoek de site www.tilburgdansstad.nl en je weet alles.

zondag 31 augustus 2014

Turbulent

We leven in een rare tijd. De wereld staat in brand. Tenminste, daar lijkt het wel op. De TV toont onthutsende beelden die dagenlang op mijn netvlies branden. Vreemd, tegelijkertijd verkopen wij bij Theaters Tilburg kaartjes en beloven ook wij u onvergetelijke momenten.  Het contrast lijkt groter dan ooit. Al is dat niet zo. Onoplosbare vraagstukken vragen om creativiteit, om verbeelding. De kracht van de kunsten schuilt voor mij altijd in het vermogen om de dingen anders te zien, vanuit een ander perspectief, door andere ogen. De waarheid bestaat niet, alleen perceptie telt. Er is altijd één oplossing meer dan je ziet. Voor grote én voor kleine problemen. Tenminste, dat geloof ik. En als je iets gelooft, dan is het zo.

Zo net na de vakantie is het voor een theaterdirecteur razend druk. We maken ons op voor een nieuw seizoen. We zien de kaartstanden en weten dat u als gast aarzelt, of op zijn minst een beetje afwacht. Was het voor het gros van de Tilburgers tien jaar geleden nog heel normaal om voor een heel seizoen theaterkaarten te kopen, nu leven we bij de waan van de dag. Dus is het voor ons zaak om zoveel mogelijk uw aandacht te trekken voor de veelbelovende voorstellingen en concerten in ons programma. Dat doen we gelukkig niet alleen. Ook de producenten zijn zich er van doordrongen dat ze zich landelijk moeten laten zien. Dus deed iedereen verschrikkelijk zijn best op de podia van de Amsterdamse UITmarkt dit weekend. Ik hoop dat u het een beetje hebt gevolgd op TV en in de kranten.

Maar goed, ik denk niet alleen aan kaartstanden, ook de veranderingen in ons gebouw vragen om aandacht. Ik ben erg benieuwd hoe u ons gerestylde restaurant gaat waarderen. Het is gewaagd dat nieuwe ontwerp, ik weet het. In economisch spannende tijden moet je bewegen. Wie stil zit wordt overreden. De Tilburgse binnenstedelijke horeca is deze maanden druk aan het investeren. Er zijn mooie plekjes bijgekomen, maar gelukkig is er maar één restaurant Lucebert. Dus kom maar eens eten, straks als u weer onze voorstellingen bezoekt.

En natuurlijk zijn ook ambtenaren, raadleden en wethouders teruggekeerd van vakantie. Om zich te storten in de voorbereidingen voor de begroting 2015. In de zomer is een perspectiefnota geschreven. Ik ben blij dat een deel van de suggesties uit mijn vorige blog aansluit op de accenten die het college legt op het terrein van cultuur. Die match is niet vreemd. Dat is het mooie van democratie, dat de mensen die we samen hebben verkozen met ons overleggen. Ja toch? Vandaar dat ik bij de inspraakavond kan bevestigen dat niet alleen ik, maar ook mijn culturele collega’s zich wel kunnen vinden in de accenten uit die nota.

Ik weet niet of u die nota heeft gelezen. De accenten zijn herkenbaar, doch daarmee niet minder belangrijk. Het gaat over talent dat de kans moet krijgen zich te ontwikkelen, over de ambitie om iedereen van dat fraais te laten genieten, over het sterk houden van de culturele voedingsbodem en tenslotte over het zichtbaar maken van het toptalent dat deze stad herbergt. Natuurlijk zijn we het daarmee eens. Al maken we ons zorgen. Want met al die bezuinigingen van de afgelopen jaren en stijgende vaste lasten is de ruimte om in te spelen op de eisen van de tijd steeds krapper geworden. We vallen nog niet om, maakt u zich geen zorgen, maar ook in de cultuursector is niets meer vanzelfsprekend.

We maken in deze tijden keuzes en concentreren onze aandacht. Wat de gezamenlijke evenementen betreft richten we ons volgende maand op de Cultuurnacht en de Dansdropping. Dat betekent dat het charmante gratis nieuwjaarsfestival Frisse Oren sneuvelt. Een simpele afweging van kosten en baten, van inspanningen versus bereik. Al doen dat soort keuzes wel pijn, de laagdrempeligheid van onze podia wordt immers aangetast. Maar goed, we laten ons niet uit het veld slaan. Binnen de nauwe marges waarbinnen we nu werken blijven we open staan voor nieuwe projecten, voor nieuwe makers op onze podia. Gelukkig heeft het college daarvoor wat middelen gereserveerd. Ze kunnen er op rekenen dat wij er, samen met de andere cultuurinstellingen uit deze stad, de schouders onder zetten. Want al zijn deze tijden turbulent en lastig te vatten, together we stand.

Oh ja, morgen mag ik namens negen Tilburgse cultuurbedrijven inspreken bij de gemeenteraad. Die tekst vindt u hier.

dinsdag 29 juli 2014

Tilburgse zomeroverpeinzingen



Ik vroeg me af. Zou zo’n nieuwe wethouder, onder haar donkerblauwe parasol aan de Middellandse zee, op dit moment ook over Tilburg nadenken? Of specifieker nog, over kunst en cultuur in deze voormalige textielstad die al jaren op zoek is naar haar ziel en zaligheid? Of die nieuwe raadsleden, die nog kort voor de vakantie beloofden dat ze alles gaan doen in het belang van Tilburg en de Tilburgers. Zouden die al afstand kunnen nemen en hun complexe verantwoordelijkheid kunnen overzien? Het heeft mij best even gekost voor ik enige notie had waar het hier om draait. En eerlijk gezegd heb ook ik zo mijn gezichtsbeperkingen, als theaterdirecteur te midden van andere worstelende culturele organisaties en festivals.

Dit najaar gaan die gemeenteraad en het college samen namelijk nadenken over de begroting 2015. En begroten, dat is in deze tijd nog knap lastig. Niet dat het hier eenvoudig is, bij Theaters Tilburg moeten we nogal wat kunstgrepen uithalen om in de zwarte cijfers te blijven. Terwijl de bijdrage van de gemeente fors is teruggesnoeid en ook ons publiek zo nu en dan behoorlijk de adem inhoudt, loopt de huur elk jaar gestaag op en zijn er kostbare nieuwe cao-afspraken gemaakt. En binnen die beperkingen zullen we toch blijven zoeken naar de fraaiste voorstellingen en concerten, bedenken we nieuwe concepten voor activiteiten en investeren we in nieuwe systemen, het restaurant en in een passende omgeving voor ons publiek.

Voor gemeenteraadsleden moet dat natuurlijk ook zoiets zijn. Aan de ene kant is er minder geld, aan de andere kant proberen ze zoveel mogelijk hun stempel te drukken op de vernieuwingen in deze stad. Nou doen zij dat natuurlijk ook niet voor zichzelf, maar voor u uiteraard. Laat dat nu bij Theaters Tilburg net zo zijn. Ook wij staan voor een publieke opdracht en betalen dat uit publieke middelen. Dus als ze mij om advies vragen, dan zou ik het wel weten. Ik zou zeven punten weten waarmee Tilburg het culturele veld en daarmee zichzelf vooruit zou helpen. Ik zal ze even noemen, bij het gesprek met de gemeenteraad dit najaar zal ik ze na overleg met mijn culturele collega’s wat verder uitwerken.

Ten eerste, hou de basis op orde. Koester hoogwaardige bestaande culturele voorzieningen zoals de podia en musea en voorkom dat zij hun werk niet goed meer kunnen doen door een te eenzijdige focus op nieuwe events op nieuwe locaties. Ten tweede, behoud structureel geld voor projecten en zoek samen met ons naar matches van dit geld met dat van andere overheden en het bedrijfsleven. Ten derde, wees ruimhartig naar initiatieven die de deelname bevorderen vooral voor kinderen en inwoners die minder makkelijk kunnen profiteren van de culturele Tilburgse verworvenheden. Ten vierde, omdat veel van ons in gemeentelijke gebouwen zijn ondergebracht, zorg dat de huur niet harder stijgt dan de inkomsten uit subsidies en publieksbestedingen. Oh ja, maak die gebouwen dan ook een beetje duurzaam en help ons bij de aanpassingen die het publiek van ons vraagt, ook als dat iets meer kost dan aanvankelijk gedacht.

Bent u er nog? Tsja, wellicht is zeven punten een beetje teveel voor een column. Maar ik heb het zojuist allemaal bedacht, dus nu wil ik het ook melden. Daarom, ten vijfde, neem citymarketing serieus en stel daarbinnen cultuur centraal. Er is in deze stad genoeg om trots op te zijn,  daar moet je wel mee durven pronken. Ten zesde, zorg voor voldoende culturele allure en excellentie. Er zijn veel grootschalige horecagedreven evenementen, daar is niets mis mee, maar ondersteun dan ook de internationale ambities van culturele basisvoorzieningen. Zodat we samen kunnen genieten van spraakmakende voorstellingen, concerten en tentoonstellingen. Oh ja, dan tenslotte als zevende, realiseer in de winter een hoogwaardig, artistiek gedreven festival van nationale allure naast de bestaande beeldbepalende festivals in voor- en najaar. Onze grootstedelijke ambities zijn met het uitblijven van de titel Culturele Hoofdstad immers niet verdampt.

U ziet, als ik het voor te vertellen had, dan zou ik het wel weten. De beste stuurlui staan aan wal. Volgende week ga ik dan eindelijk maar eens zelf op vakantie. Wellicht dat ik drijvend op mijn luchtbedje nog een schokkende ingeving krijg. Dan zal ik die later nog wel met u delen, of wie weet bel ik nog even met die wethouder die elders aan het strand ligt te zonnen