maandag 31 december 2012

Afscheid


Natuurlijk zie ik ze ook wel eens staan, als ik mijmerend naar buiten staar door de beslagen ruiten van de trein. Soms wel dertig of veertig van die Hollandse bomen op een rij, vaak een beetje scheef gebogen naar de sloot. Vorige week was ik te gast bij de stichting landschap, natuur en milieu en mocht ik de handen uit de mouwen steken. Met wel twintig man meldden we ons bij een boer in Helvoirt om onder leiding van de ‘opperknotter’ aan de slag te gaan. Een laddertje, een snoeischaar en een handzaagje is alles wat je nodig hebt. En wat uithoudingsvermogen dan.

Ik kende die andere mannen niet, enthousiast gingen we ieder voor zich met zo’n boom aan de slag. Als een boom vier of vijf jaar niet is onderhouden is het eerlijk gezegd nog een hele klus. Ik was blij dat ik in mijn eentje na een ochtend één wilg volledig had geknot. De beloning kwam direct daarna, toen ik afstand nam en het hele werk overzag. Waar eerst een woud van takken tot wel tien meter hoog had gestaan, stond nu een keurige rij knotwilgen in het gelid. De beloning van het individu lag in de prestatie van de groep. In ons gezamenlijk cadeau aan het landschap. En in de erwtensoep van de boer na afloop natuurlijk.

Normaal schrijf ik niet over de natuur. Dit keer zag ik in die knotwilgen een fraaie metafoor. De afgelopen weken was het een aaneenschakeling van afscheidsrecepties. Van gezelschappen en instituten in het hele land die de deuren sluiten, tot mensen die vaak na een lange staat van dienst afscheid nemen. Door de malle opeenstapeling van besluiten van het Rijk en de Provincie sloten we bijvoorbeeld het Productiehuis Brabant en Danshuis Station Zuid. Ik maakte een fraai en waardig afscheid mee van Ton Vermunt –een stuwende kracht achter jazzpodium Paradox- en van Gerard Tonen –de zakelijk leider van Het Zuidelijk Toneel.

Tenslotte stond ik gisteren zelf voor een zaal van vrijwilligers, voorafgaand aan de laatste film in de Filmfoyer. Ik bedankte hen voor hun jarenlange onbaatzuchtige inzet voor de betere film in deze stad. Een beetje een vreemd afscheid, eigenlijk zou namelijk in januari een nieuw Cinecitta worden geopend aan de Willem-II straat. Nu nam ik afscheid in de wetenschap dat we over drie dagen de deuren weer openen, om de sleutel over te dragen en zo tijdelijk onderdak te kunnen bieden aan het enige resterende filmtheater in de stad. Stiekum hoopte ik vorig jaar dat het met de sluiting van MIDI net zo zou gaan, maar goed, de uitzondering bevestigt de regel.

Ik dacht aan het gedicht ‘afscheid nemen bestaat niet’, maar kon het niet vinden. Toen ik het intikte op het internet kwam ik op allerlei rouwige websites. Dat wilde ik niet, want in mijn hoofd zit nu juist de positieve intentie van dat gedicht. Dat na een afscheid ruimte ontstaat voor nieuwe dingen, nieuwe mensen, nieuwe initiatieven. En nu ik dit zo schrijf, op de laatste dag van het jaar, ben ik daar echt van overtuigd. Ook al moet de winter nog echt beginnen en is die recessie volgens die treurende politici en economen nog lang niet voorbij. Ik ben er wel klaar mee, met al die sombere berichtgeving, met al dat gesnoei. Het is tijd voor hoop en inspiratie, tijd voor nieuwe actie. Tijd voor Frisse Oren. Cultuur is als onkruid.

Dus vindt Het Zuidelijk Toneel zichzelf opnieuw uit, komt er een nieuwe dansvoorziening in de stad, is het vernieuwde Paradox levendiger dan ooit en werken we binnen Theaters Tilburg al weer aan een nieuw seizoen. Het klopt allemaal, ik hoef maar de tuin in te lopen om te zien dat de lente in aantocht is. In de takken van de appelboom vormen zich langzaam nieuwe knoppen. En als ik over een paar maanden in de trein zit naar Den Bosch, groeien de eerste wilgentenen al weer op die knoestige stammen.