maandag 24 juni 2013

Het straathondje van Brabant

“Ik vind het eigenlijk niet zo erg dat Tilburg het straathondje is van Brabant. Het is niet het mooiste hondje, maar wel het leukste.” Sommige spreuken kunnen zo op een tegeltje. Er zijn mensen die erin grossieren. Deze uitspraak is van Marc-Marie Huijbregts. Ik overviel hem een beetje met mijn verzoek om me te helpen met een filmpje voor culturele hoofdstad. Want eerlijk gezegd had hij daar nog nooit over nagedacht. Terwijl wij er hier en in de andere Brabantse steden toch redelijk druk mee in de weer zijn de afgelopen tijd. Het zogenaamde ‘bidbook’ was een eerste zichtbaar resultaat. Dat boek met projecten in en om Eindhoven steekt knap in elkaar, we hebben er in de strijd om de titel toch maar mooi Utrecht en Den Haag mee verslagen. Nu verder voor de hoofdprijs.

Maar goed, die Marc-Marie. Hij was een paar weken terug toch in huis dus mocht ik hem wel een paar vragen stellen. Dat deed ik voor een filmpje dat een beeld schetst van de positie van Tilburg in dat hele selectietraject. Met antwoorden op vragen die gewone mensen zichzelf stellen over dit onderwerp. Hoe dat dan werkt zo’n culturele hoofdstad. En wat je er eigenlijk aan hebt als regio. Of het niet oneerlijk is dat Eindhoven in die hele competitie dan voorop mag lopen. Hoe we daar nu dan al mee bezig zijn, terwijl het pas over vijf jaar zover is. We hebben er de mensen voor gesproken die nu al aan het oefenen zijn, de organisatoren van de zogenaamde opmaatprojecten.

Vorige week kwam Rob van Gijzel naar de Studio om samen met leden van de Tilburgse gemeenteraad van gedachten te wisselen over de plannen voor culturele hoofdstad. We draaiden de trailer en ik mocht een kort gesprekje doen met Matthijs Rümke. Dit keer trad hij op in de rol van artistiek adviseur van het projectbureau culturele hoofdstad. Hij is gelukkig weer aan de beterende hand, die Matthijs, en hij wist met enthousiasme een perspectief op de gezamenlijke toekomst te schetsen. Vervolgens kwamen natuurlijk de kritische vragen. Die Eindhovense burgemeester was niet voor niets naast onze eigen burgervader Noordanus en wethouder Frenk gaan zitten.

De kern van het vraagstuk zit ‘m natuurlijk in de verhouding tussen die steden. Hoe loyaal kan de ene stad zijn aan de andere. Wat heb je voor elkaar over? Want het spreekt voor zich dat Eindhoven het meest profiteert van die Europese titel. Toch kan dat het probleem niet zijn. Het wil immers niet zeggen dat niet de hele regio er beter van wordt. Dat die titel bijdraagt aan de verschuiving van de balans binnen Nederland. Dat deze regio nu eenmaal steeds creatiever en innovatiever lijkt te worden en dat we daar allemaal een beetje vrolijker van worden. Dat wist die mijnheer Van Gijzel allemaal heel oprecht en knap te verwoorden. Notoire sceptici konden hun sympathie voor deze man met een missie niet verhullen.

Het blijft nog even spannend, al weet de jury het natuurlijk al lang. Op 6 september 2013 weten wij het ook. Meteen daarna zullen de discussies over de verdeling van die honderdveertig miljoen de kop opsteken. Binnenshuis natuurlijk, niet op straat. Want daar zei Marc-Marie ook nog iets fraais over, al kwam dat niet in ons promofilmpje. ”Het is met die Brabantse steden net als bij ons moeder thuis. Achter de voordeur slaan we mekaar de kop in, maar buiten niet, daar staan we voor mekaar in. Waag het eens een vinger uit te steken naar mijn zus, ik sla oe op oew bakkes.” Blijkbaar maakt het niet uit of dat zusje de knapste is, of de lelijkste. Verbroedering overstijgt schoonheid, dat komt in het geval van Tilburg toch maar mooi uit.

Het filmpje vind je op www.2018eindhoven.eu en natuurlijk ook via de link hier.

zaterdag 1 juni 2013

De stad van

Elke zaterdag staat op de website van het Brabants Dagblad de rubriek: De Stad van… Aan de hand van een aantal vaste steekwoorden geeft een al dan niet bekende Tilburger wekelijks zijn of haar beeld van de stad. Op 1 juni  mocht ik die rubriek vullen. Over mijn eenmalige ervaring in Noorderligt, de abdijkaas bij La Chouffe en de constatering dat het verdriet van Tilburg 'm zit in dat wat de stad niet is.

Café
Ik woon vlak bij Burgemeester Jansen. De alom aanwezige Frank van Pamelen gebiedt mij zo nu en dan om me daar te vertonen. Hij heeft daar een speciaal digitaal alarm voor ontwikkeld. Dan drinken we met zijn vrienden in een te korte tijd te veel van die lekkere biertjes. Zodat ik de volgende ochtend met een verdwaasd hoofd opsta. Terugdenkend aan een discussie over nieuwe barmhartigheid of een ander onderwerp dat ik dan niet helemaal meer kan duiden.

Restaurant
In de Tuinstraat zit eetcafé 'Bij Maud Eten en Drinken'. Ik ben wel onder de indruk van de ondernemerslust van deze dame. In een tijd waarin bijzondere winkeltjes en initiatieven in de Tilburgse binnenstad één voor één omvallen bouwt zij haar imperium gestaag uit. Met creatieve workshops, kinderfeestjes, citygames en nu dus een restaurant. Ik heb er laatst gegeten. Dat is wel OK, ze winnen mij er vooral met hun persoonlijke aandacht en de huiselijke sfeer. 

Snack
Als het op snoepen en snacken aankomt ben ik een saaie vent. Ik ben er niet zo van. Ik kom nooit in een snackbar. Hoewel, als ik eerlijk ben hou ik weer wel van wat lekkers bij een glas Belgisch bier. Dan koop ik abdijkaas bij Bastiaansen op de zaterdagmarkt, voor bij de La Chouffe.

Kunst
Werk en privé vloeien naadloos in elkaar over. Kunst vertonen, dat is voor mij gewoon hard werken en zakelijk nadenken. Ik hou van internationale topproducties op ons eigen podium. Genieten doe ik bij de podia en festivals van mijn collega’s. Ik zie uit naar Eric Vloeimans, geprogrammeerd door Paradox in het Natuurtheater in Oisterwijk deze zomer.

Natuur
Natuur lijkt hier iets van buiten de stad. Met de bossen en duinen op loopafstand. Binnen de stad ligt het groen veelal verscholen. Als je goed kijkt sta je versteld van de kleine landgoederen die ongezien blijven. Laatst was ik bijvoorbeeld bij Kinderboerderij Maria Goretti, in de wijk Theresia. Gecultiveerde natuur die dankzij de onaflatende inzet van een paar vrijwilligers in stand wordt gehouden. Dat is wel een pluimpje waard.

Mag op de schop
Wat een typisch Tilburgse vraag. Als een gebouw je niet aanstaat, dan mag het blijkbaar op de schop. Die houding heeft het aangezicht van deze stad bepaald. Niet alles hoeft op de schop, deze stad heeft al genoeg gaten. Laten we die eerst vullen, nee liever nog, laten we die omploegen en er gras en klaprozen inzaaien.

Winkel
Bij Theaters Tilburg staan kwaliteit en gastvrijheid hoog in het vaandel. We hebben vriendelijk toppersoneel, dat zit hier ingebakken in het dna. Dus kijk ik steeds kritisch hoe dat op andere plekken is. Hier in de straat zit Runnersworld, een winkel voor lopers. Ze verkopen goede spullen en ze doen dat met veel kennis en aandacht, maar daarmee is het niet gedaan. Ze organiseren activiteiten en leveren service ook lang nadat je er iets hebt gekocht.

Beste herinnering
Voor alles is een eerste keer. Ook in Tilburg. Mijn eerste live ervaring als Eindhovense tiener was bij de Belgische zangeres Jo Lemaire in het Noorderligt. Nooit eerder zag ik zo’n band en hoorde ik zo’n fraai stereogeluid. Mijn ervaring met het Noorderligt is daarbij overigens gebleven.

Verdriet
Hiervoor woonde ik in een prachtige oude vestingstad. Met stadsmuren, een marktplein, een raadhuis en een kerk. Dat heeft Tilburg dus niet, zo simpel is het. Daar kun je wel over doormeieren, maar het levert niks op. Het verdriet van Tilburg zit ‘m in dat wat het niet is. Elke dag is er wel iemand die daar aan refereert, dus blijkbaar zit dat verdriet wel diep.

Borrelen met
In mijn vak is het elke dag feest. Steeds weer nieuwe redenen om te borrelen. Bijzonder genoeg ken ik mijn buren niet. Die van Theaters Tilburg bedoel ik. De Zusters van Liefde wonen in het klooster aan de Oude Dijk. Daar zou ik nu wel eens op de koffie willen. Want borrelen, dat doen ze geloof ik niet.

Ontspanning
Als je steeds maar weer op pad bent, biedt thuis zijn je de beste ontspanning. Ik zie uit naar het nieuwe boek van Dimitri Verhulst, gewoon  in mijn achtertuin. Ik woon bij de Piushaven en die riante tuin is er overigens nog maar even. Ook hier moet onder druk van de vooruitgang groen plaatsmaken voor grijs. De hoge naaldbomen worden binnenkort gerooid, mijn gras wordt geplaveid tot publiek parkeerterrein.

Eeuwig zonde
Al ben ik niet erg katholiek in mijn opvattingen, de zeven hoofdzonden zijn de enige die er toe doen. En die zonden zijn overigens nooit eeuwig, je kan altijd biechten en boete doen. Eeuwig zonde refereert voor mij te veel aan het verleden, ik leef in het nu, dat is al moeilijk genoeg.

Tilburg
Met anderen mag ik zo nu en dan nadenken over de identiteit van de stad. En hoe we die dan weer overbrengen aan mensen die Tilburg nauwelijks kennen. Dat is nog best lastig. Er is hier zó veel te doen. Elk weekend is er weer een festival, elke avond kan je jezelf op tien plekken tegelijk vermaken. De kracht zit ‘m in de Tilburgers zelf. Die zijn buitengewoon aardig en sympathiek. Er hangt zo’n sfeer van samen aanpakken en niet moeilijk doen, dat bevalt me wel.