maandag 31 december 2012

Afscheid


Natuurlijk zie ik ze ook wel eens staan, als ik mijmerend naar buiten staar door de beslagen ruiten van de trein. Soms wel dertig of veertig van die Hollandse bomen op een rij, vaak een beetje scheef gebogen naar de sloot. Vorige week was ik te gast bij de stichting landschap, natuur en milieu en mocht ik de handen uit de mouwen steken. Met wel twintig man meldden we ons bij een boer in Helvoirt om onder leiding van de ‘opperknotter’ aan de slag te gaan. Een laddertje, een snoeischaar en een handzaagje is alles wat je nodig hebt. En wat uithoudingsvermogen dan.

Ik kende die andere mannen niet, enthousiast gingen we ieder voor zich met zo’n boom aan de slag. Als een boom vier of vijf jaar niet is onderhouden is het eerlijk gezegd nog een hele klus. Ik was blij dat ik in mijn eentje na een ochtend één wilg volledig had geknot. De beloning kwam direct daarna, toen ik afstand nam en het hele werk overzag. Waar eerst een woud van takken tot wel tien meter hoog had gestaan, stond nu een keurige rij knotwilgen in het gelid. De beloning van het individu lag in de prestatie van de groep. In ons gezamenlijk cadeau aan het landschap. En in de erwtensoep van de boer na afloop natuurlijk.

Normaal schrijf ik niet over de natuur. Dit keer zag ik in die knotwilgen een fraaie metafoor. De afgelopen weken was het een aaneenschakeling van afscheidsrecepties. Van gezelschappen en instituten in het hele land die de deuren sluiten, tot mensen die vaak na een lange staat van dienst afscheid nemen. Door de malle opeenstapeling van besluiten van het Rijk en de Provincie sloten we bijvoorbeeld het Productiehuis Brabant en Danshuis Station Zuid. Ik maakte een fraai en waardig afscheid mee van Ton Vermunt –een stuwende kracht achter jazzpodium Paradox- en van Gerard Tonen –de zakelijk leider van Het Zuidelijk Toneel.

Tenslotte stond ik gisteren zelf voor een zaal van vrijwilligers, voorafgaand aan de laatste film in de Filmfoyer. Ik bedankte hen voor hun jarenlange onbaatzuchtige inzet voor de betere film in deze stad. Een beetje een vreemd afscheid, eigenlijk zou namelijk in januari een nieuw Cinecitta worden geopend aan de Willem-II straat. Nu nam ik afscheid in de wetenschap dat we over drie dagen de deuren weer openen, om de sleutel over te dragen en zo tijdelijk onderdak te kunnen bieden aan het enige resterende filmtheater in de stad. Stiekum hoopte ik vorig jaar dat het met de sluiting van MIDI net zo zou gaan, maar goed, de uitzondering bevestigt de regel.

Ik dacht aan het gedicht ‘afscheid nemen bestaat niet’, maar kon het niet vinden. Toen ik het intikte op het internet kwam ik op allerlei rouwige websites. Dat wilde ik niet, want in mijn hoofd zit nu juist de positieve intentie van dat gedicht. Dat na een afscheid ruimte ontstaat voor nieuwe dingen, nieuwe mensen, nieuwe initiatieven. En nu ik dit zo schrijf, op de laatste dag van het jaar, ben ik daar echt van overtuigd. Ook al moet de winter nog echt beginnen en is die recessie volgens die treurende politici en economen nog lang niet voorbij. Ik ben er wel klaar mee, met al die sombere berichtgeving, met al dat gesnoei. Het is tijd voor hoop en inspiratie, tijd voor nieuwe actie. Tijd voor Frisse Oren. Cultuur is als onkruid.

Dus vindt Het Zuidelijk Toneel zichzelf opnieuw uit, komt er een nieuwe dansvoorziening in de stad, is het vernieuwde Paradox levendiger dan ooit en werken we binnen Theaters Tilburg al weer aan een nieuw seizoen. Het klopt allemaal, ik hoef maar de tuin in te lopen om te zien dat de lente in aantocht is. In de takken van de appelboom vormen zich langzaam nieuwe knoppen. En als ik over een paar maanden in de trein zit naar Den Bosch, groeien de eerste wilgentenen al weer op die knoestige stammen.

donderdag 22 november 2012

1967Eindhoven | Brabant

Het moet jaren geleden zijn dat ik door de Eindhovense binnenstad dwaalde, tot afgelopen zaterdag. Met duizenden drongen we ons door de straten en liepen we over industriële terreinen waar je nog niet zo lang geleden een pasje moest tonen om er te mogen zijn. Glow is wel even andere koek dan de lichtjesroute die ik me herinnerde. Toch wel knap om zo’n massa mensen op de been te krijgen voor zoiets abstracts. Kunst brengt je in beweging, dat blijkt maar weer.
Enkele weken daarvoor was ik bij de presentatie van het bidbook. U weet het, Eindhoven wil samen met vier grote steden in Brabant in 2018 de titel culturele hoofdstad verwerven. Om dat voor elkaar te krijgen is hard gewerkt om veel hoogwaardige projecten te bedenken en verbeelden. Die werden in een flits gepresenteerd in het Klokgebouw op Strijp S. Een show in een fraaie omgeving, strak vormgegeven en goed in elkaar gezet.
De burgemeester van de lichtstad maakte daarbij de meeste indruk op me. Toen hij begon met het Eindhoven uit de middeleeuwen vreesde ik een saaie monoloog, toch werd ik al gauw meegenomen in een verhaal van een kleine stad die een paar forse tegenslagen overwon. Die Rob van Gijzel is een goede verteller, maar er is meer. Een beetje ‘Ich bin ein Berliner’, maar dan anders, op z’n Eindhovens. Ik ben er geboren, ik groeide er op, ik ging er naar de universiteit, ik woonde op kamers in de straatjes waar zich zaterdag die mensendrommen doorheen persten. Ik voelde me trots.
Toch zat het me ook dwars, die nostalgie, dat sentiment. Want waar blijft het verhaal over Tilburg? Wij doen immers ook mee in die culturele hoofdstad. Dat is tenminste wel de bedoeling, elke Tilburger draagt tenslotte €50 bij als het hele feestje doorgaat. Achteraf begreep ik het wel. Een regio mag zich niet kandidaat stellen, dat mag alleen een stad doen. Dus draaide in die presentatie van het bidbook alles om Eindhoven, of sterker nog, om Strijp S. Die onzekerheid over de verkiezing duurt nog minstens een jaar. Dus gaan we in de tussentijd wat anders doen.
Misschien heeft u het nog niet gemerkt. Ook in Tilburg hebben we vijf zogenaamde ‘proeftuinen’. Vijf projecten als opmaat naar 2018. Die draaien om de podiumkunsten, aan mij de eer om dat alles zo’n beetje te coördineren. Noblesse oblige, je bent podium van de stad, of je bent het niet. Want in 2013 krijgt u circus in de wijken en een bijzondere kermis in de spoorzone, wereldse muziek en kunst tijdens Incubate en Mundial en, last but not least, vestigt de Chinese Ambassade van de stad Changzou zich een week in de NWE Vorst. Als oefening op wat komen gaat. Want die culturele hoofdstad 2018 gaat niet aan Brabant voorbij, gelooft u mij. In 2018 ben ik erbij.
Kijk ook eens op de website www.2018eindhoven.eu

maandag 8 oktober 2012

Asperges in oktober


Een gewaarschuwd man telt voor twee, dus kijk ik wel link uit voor ik het waag om me over zo’n heikel onderwerp als MIDI uit te spreken. Als nieuwbakken directeur mocht ik er slechts vier maanden voor zorgen, toen werd het theater aan de Heuvel vanwege de bezuinigingen gesloten. Dat ging eerlijk gezegd niet eens om zo gek veel jaarlijkse subsidie, maar bij economische tegenwind moet je nu eenmaal kiezen. Een roemruchte geschiedenis met tot nu toe meer verliezers dan winnaars.

Het begint te knagen nu ik al bijna tien maanden kijk naar die bewakingsman die plichtsgetrouw elke dag het licht aan en uitschakelt, naar die posters op de raam die langzaam verouderen en naar die lichtkrant die roept dat het nu definitief over en uit is. Het roept bij mij Amerikaanse beelden op, van big cities met wegterende binnensteden. Lees Geert Mak er nog maar eens op na, die is er net geweest. En natuurlijk is Tilburg geen Chicago, maar toch. Ik geloof niet dat dit culturele hiaat zo’n bijdrage levert aan de ontwikkeling van die panden aan de oostkant en aan de dromen voor het Veemarktkwartier.

Maar wat dan wel? De zalen van Theaters Tilburg vullen zich vandaag de dag ook niet vanzelf meer. We spannen ons in om publiek te vinden voor onze kunstige koopwaar, we zorgen er voor dat onze gasten zich zo goed mogelijk thuis voelen. Met vernieuwingen in de foyers en de zalen en nieuwe programmaformules. Onze bezoekcijfers zijn nog steeds indrukwekkend, maar zeker niet meer zo goed als in de jaren dat Adje zijn plannen lanceerde. Dus eerlijk gezegd zitten we in Tilburg op dit moment niet echt op meer zaalcapaciteit te wachten. Sterker nog, voor de ontwikkeling van het profiel van Theaters Tilburg is het eigenlijk wel goed dat we gedwongen zijn ons meer te richten op jongeren. Met meer ‘urban’ en ‘next generation’ werken we aan de toekomst van dit fraaie instituut. Maar soms moet je verder denken dan je eigen hachje.

Natuurlijk hebben ook wij onze sommetjes weer eens gemaakt. Net als die ontwikkelaars, gelukszoekers en serieuze gegadigden. Om allemaal tot dezelfde conclusie te komen. Namelijk dat  je met een culturele en maatschappelijke functie in MIDI simpelweg niet genoeg geld verdient om de huur te betalen en de kachel te laten branden. Dus biedt de ene gegadigde één euro en de ander wel twee. Dat maakt bij lange na nog geen anderhalf miljoen en al helemaal niet de tien miljoen die de bestuurders van de stad destijds de kop kostten. Daar kan je nog een tijdje over tobben, met dit economisch tij wordt het er niet beter op.

Daar komt trouwens nog een lastige overpeinzing bij. Nieuwe theaterstoelen zijn sexy voor bestuurders en daarmee voor ontwikkelaars. Dus ontstaan er nieuwe plannen om leegstaande gebouwen creatief te vullen. We zijn nog niet klaar met het Veemarktkwartier of de Piushaven en we verschuiven de aandacht al weer naar de Spoorzone. Terwijl het economisch draagvlak van de binnenstad afkalft, fantaseren we over uitbreidingen aan de overkant van het spoor. Ik gun iedereen zijn dromen en zijn succes en ik geloof eerder dat dingen wèl kunnen. Mij betrap je niet gauw op onnodig conservatisme. Streef onbekommerd naar het ideale, maar doe dat wel een beetje duurzaam zou ik zo zeggen.

Dus laten we dat theater aan de Heuvel als gemeenschap gewoon nog maar een keertje recyclen. Als we dan toch een miljoen gaan investeren om het geschikt te maken voor de verkoop, investeer dan maar in de doorontwikkeling van een culturele functie waar we met z’n allen beter van worden. Omdat cultuur nu eenmaal meewerkt in het aanjagen van de lokale economie, zeker op zo’n fraaie plek met zoveel kansen.Want die veelkleurige professionele podiumfunctie voor Tilburgers met een jonge geest in de afgelopen twee jaar was echt zo gek nog niet.

Ik aarzel, een kop boven het maaiveld is immers als een asperge in april. Maar het is nu herfst, er waait een andere wind. Dus laten we samen nieuw lef tonen. Ik ken nog wel een stabiele theaterorganisatie die het beheer kan voeren en wat enthousiaste mensen die graag verder gaan waar ze begin dit jaar noodgedwongen zijn opgehouden. Om zo hand in hand met de collega’s van de podia en de festivals  te wandelen op het slappe koord van het kwakkelende consumentenvertrouwen. Het kan wèl, opstijgen doe je nu eenmaal beter met tegenwind.

woensdag 29 augustus 2012

Goed goed

U hoort me er wellicht al een tijdje over schrijven en roepen in de krant of op TV, dat er veranderingen op tij zijn in Theaters Tilburg. De vraag is natuurlijk of u daar wat van gaat merken. Veel zaken vinden immers achter de schermen plaats. Als reactie op de drastische bezuinigingen in de sector, maar ook als gevolg van een hernieuwde blik op de toekomst. En daarbij is het ons streven dat u daar als klant beter van wordt, in elk geval niet slechter. De eye-catchers in de dingen die we ondernemen zullen u de komende maanden niet ontgaan, als u op de goede momenten komt tenminste. 

Brabantse nachten zijn lang, dus proberen we uw uitgaansavond dit seizoen met name in het weekend wat te verlengen. Met de Toegift, het toetje op uw avond in de concertzaal of de schouwburg. Denk aan singer-song-writers, klassieke musici en poëten in de foyer, afhankelijk van wat u kort daarvoor heeft gezien. De oppas kan dus een half uurtje later naar huis en die taxi wacht nog wel even. En omdat we in Theaters Tilburg op de kleintjes letten hebben we daar wel iets anders voor ingeruild. Als u de bonbons in de pauze mist dit seizoen, weet dan dat we ze hebben omgeruild voor dat fraais na de voorstelling. Goed? Goed.

Alle ogen zijn gericht op de ontwikkelingen in de concertzaal. Nu liggen er nog dikke lagen stof en sjouwen er ambachtslieden rond. Op 9 oktober presenteren we er het nieuwe kunstwerk dat is ontworpen door Samira Boon. Een bijzondere aanvulling op de architectuur van Jo Coenen en het lichtwerk van Peter Struijken die de intimiteit en sfeer verhoogt blij kleinschalige concerten. Een lichtgevende bescherming in de rug, terwijl u luistert naar een ensemble of een zanger. We zitten in een spannende fase, er wordt erg had gewerkt. Ik vertrouw er op dat alles af is en dat het werkt op het moment dat ik Amsterdam Sinfonietta mag presenteren met de violiste Patrcia Kopatchinskaja en haar vader.


De ontwikkeling van dat werk heeft veel voeten in de aarde. Je kan zo’n kunstenaar wel iets erg origineels laten bedenken, maar zorg er maar eens voor dat het werkt. Dus kijkt een architect mee over de schouder, is het Textiellab ingeschakeld om een nieuw weefsel te ontwikkelen en bouwt een lokale zeilenmakerij aan een constructie die licht en flexibel is zodat het werk zonder al te grote inspanningen kan worden opgebouwd en afgebroken. En dat alles onder aardige tijdsdruk met garenleveranciers in Italië die de hele zomer de telefoon niet op lijken te nemen. We houden het hoofd koel, alles komt goed. Geloof mij niet, overtuig uzelf. Kom maar kijken en luisteren.

Als u het item over de concertzaal bij Omroep Brabant wil terugzien, kijk dan hier.

woensdag 18 juli 2012

De laatste dag

Het Zuiden is inmiddels al in de derde week van de basisschoolvakantie ondergedompeld. Ik merk er hier nog niks van, al zijn de foyers oorverdovend leeg. In huis zijn de kantoren bezet, er wordt druk getikt en getelefoneerd. Elke dag melden zich al vroeg in de ochtend timmermannen, installateurs en andere robuuste ambachtslieden. Die schroeven stoelen los, onderhouden de hijsinstallatie in de toneeltoren en zagen luchtfilters in de vloer van de concertzaal. Aan de balie is het inderdaad rustig, al zijn onze dames en heren nog aan het bijkomen van de administratieve klus rondom het verlagen van de BTW. Omdat u als klant ook bij ons centraal staat hebben we maar liefst 65.000 kaartjes met 19% uitgeboekt en opnieuw aan u verkocht met 6%. Daar merkte u zelf gelukkig niets van, lees het maar in de brief die als presentje op de deurmat valt. Ik vertrouw er op dat u dit financiële voordeeltje omzet in extra theaterervaringen het komende seizoen. Dat is voor ons beiden beter.

Het nieuwe seizoen is weer vol van beloften, we hebben de brochure er met plezier mee gevuld. Als je verder kijkt in de tijd zie je dat de culturele hemel niet alleen gevuld is met schapenwolkjes. Zojuist las ik de aanvulling op het advies van de Raad voor Cultuur waarin werd ingegaan op de aanvragen van ons huisgezelschap Het Zuidelijk Toneel en van Danshuis Station Zuid. Partijen die een belangrijke rol spelen in Brabant en Limburg, met een nadruk op Tilburg. De bezwaren die zij (en wij als gezamenlijke theaters) inbrachten tegen het eerste advies aan onze staatssecretaris werden van tafel geveegd. En aangezien Zijlstra zich zelf onthoudt van enige inhoudelijke verdieping is daarmee de verkleining van het toneelgezelschap en de opheffing van de dansvoorziening een feit. Tenzij onze volksvertegenwoordiging daar dit najaar anders over denkt, al heb ik daar eerlijk gezegd weinig vertrouwen in.

Ik treur niet over zaken die ik niet kan beïnvloeden. Als een nieuwe werkelijkheid ontstaat, gaan we daarmee aan de slag. Samen met Het Zuidelijk Toneel denken we na welke producties mogelijk zijn vanaf 2013. Welke nieuwe weg kan worden ingeslagen op de zoektocht van regisseur Rümke naar een nieuwe theatervorm met toneel, dans, muziek en spektakel. Omdat ik geloof dat het perspectief biedt op voorstellingen die we nog niet eerder zagen, die onze verwachtingen overtreffen. En binnen Tilburg Dansstad bezinnen we ons op de vraag hoe we de gloednieuwe dansplek aan de Ringbaan kunnen behouden. Zodat jonge dansmakers ook zonder structurele steun van het Rijk in deze stad voet aan de grond houden. Dat vraagt de nodige creativiteit. Niet alleen van de makers, ook van de mensen die geloven dat cultuur goed is voor Tilburg en de Tilburgers.

Het is het doodgeknuffelde credo van Youp. Elke dag is de eerste van de rest van je leven. Toch is vandaag ook de laatste dag, de dag voor de vakantie. Terwijl hier voor de deur lantarenpalen worden verwijderd, stroompunten aangelegd, attracties opgebouwd en terrassen overkapt ga ik mijn koffers pakken. Als nieuwe Tilburger ga ik de grootste kermis van het land missen. Shame on me. De boog kan niet altijd gespannen zijn. Even naar een plek waar de zon gegarandeerd schijnt, waar de telefoon zwijgt en de mailbox onbereikbaar is. Ik zie u graag, maar nu even niet.

maandag 18 juni 2012

Geachte staatssecretaris,

Hierbij laten wij u weten het niet eens te zijn met het advies van de Raad voor Cultuur over Het Zuidelijk Toneel. Wij vragen u dan ook dringend het advies niet over te nemen. 

Het advies schiet volgens ons op een aantal belangrijke punten tekort. Om te beginnen heeft u aangegeven dat u het belangrijk vindt dat er over de beleidsplannen van de gezelschappen nauw overleg plaatsvindt met de huistheaters. Wij kunnen u laten weten dat het beleidsplan van Het Zuidelijk Toneel in nauwe samenspraak met ons tot stand is gekomen. Wij geloven in een krachtig, zelfverzekerd, eigenwijs en publieksgericht Zuidelijk Toneel. We hebben uw uitgangspunten de afgelopen jaren op basis van een convenant enthousiast in de praktijk gebracht. Dit samenwerkingsverband noemen wij Expeditie Zuid. Deze theaters beschouwen het Zuidelijk Toneel als huisgezelschap. Samen met het gezelschap hebben we de afgelopen jaren gewerkt aan het publieksbereik voor de voorstellingen in ons huis en aan spannende projecten in wijken en binnensteden.

Het valt ons op dat de pijlen van de Raad zich voornamelijk op het Theaterspektakel richten. Dat vinden wij vreemd, vooral omdat er tot nu toe slechts twee Theaterspektakels zijn geweest. Te weinig om daar nu definitieve oordelen over te geven, zeker omdat het bijna het uitvinden van een nieuw genre is. Als theaters geloven wij in het Theaterspektakel en ondersteunen we de gewaagde zoektocht naar vorm, inhoud en artistieke kwaliteit. Wij beschouwen het als een waardevolle aanvulling op het totale toneelaanbod. Wij vinden bovendien dat je dit experiment niet louter moet beoordelen op de traditionele kwaliteitseisen van het repertoiretoneel. In dat genre zijn er nauwelijks initiatieven om bewust een groter, breder en jonger publiek op te zoeken. Jammer, want wij vinden dat zeer noodzakelijk. Het advies van de Raad voor Cultuur had hier zeker rekening mee moeten houden, juist omdat het Theaterspektakel een interessante ontmoeting is tussen diverse disciplines. Het is voor ons ongekend dat een toneelvoorstelling een week lang in een grote zaal staat met een bezetting van 80%.

Een andere belangrijke omissie in het advies betreft de regionale werking. De afgelopen acht jaar heeft het gezelschap een overtuigende rol gespeeld in het toneelklimaat in het zuiden. Het Zuidelijk Toneel heeft de intenties van de Basisinfrastructuur zeer serieus genomen en is een cruciale rol gaan spelen binnen de zuidelijke culturele infrastructuur. Zo heeft Het Zuidelijk Toneel een festival voor onze steden opgezet, HartsTocht geheten, is het nauw gaan samenwerken met amateurs en is het met diverse partijen in de steden samenwerkingsverbanden aangegaan, zoals met het onderwijs en de museale wereld.

Over dit alles zegt het advies van de Raad helemaal niets. Een afgewogen advies is hierdoor, volgens ons, niet mogelijk. Wanneer u het advies van de Raad voor Cultuur volgt tast u niet alleen een gezelschap aan, maar vooral ook de missie van de theaters in Brabant en Limburg. Wij werken samen aan het bereiken van een groot en breed publiek in een tijd waarin cultuurparticipatie relevanter lijkt dan ooit. De steun van een eigen, sterk, levendig en toegewijd theatergezelschap is daarin cruciaal.

Rob van Steen, namens de schouwburgen in Eindhoven, ‘s-Hertogenbosch, Heerlen, Roosendaal en Tilburg verenigd in Expeditie Zuid.

woensdag 30 mei 2012

Handjes vast

Plots realiseerde ik me dat het zo’n tijd geleden is dat ik een blog heb gepost. Blijkbaar te druk in de weer met alle turbulente ontwikkelingen in huis, in de stad en in het land. Te druk met het lanceren van een nieuw seizoen, te druk met het maken van nieuwe plannen, te weinig tijd voor reflectie. En alles met ‘te’ er voor is niet in orde. Tenminste, dat heb ik ook maar van horen zeggen.

Soms komt het er op aan dat je elkaar weet te vinden. Dat je samen daadkrachtig optreedt en inspeelt op de zaken die op je pad komen. Binnen deze tijd is dat in de podiumkunsten actueler dan ooit. Toch wil het niet altijd lukken. We zijn deels uiteengeslagen door negatieve adviezen van de Raad voor Cultuur, dat klopt. Maar zo’n meevaller als de BTW-verlaging wisten we als branche naar het publiek de laatste weken jammer genoeg slecht te verkopen. Terwijl het natuurlijk helemaal top is. Iedereen weet namelijk echt wel dat de prijs een cruciale factor is bij de beslissing om naar het theater te gaan. Zeker in de tijden dat de bomen niet meer tot in de hemel groeien.

Dus nu het besluit uit het lente-akkoord gisteren is bekrachtigd en duidelijk is dat de BTW per 1 juli van 19% terug gaat naar 6% mogen we juichen. En gaan we als theaters en producenten de prijzen voor onze klanten omlaag brengen. Ja toch? U heeft als publiek immers de maling aan de afspraken tussen podia en artiesten, u wil gewoon een mooie voorstelling zien. En als de BTW omlaag gaat en u heeft toevallig al een kaartje gekocht, dan krijgt u natuurlijk gewoon uw geld terug. Dus pleit ik ervoor dat we daarin samen optrekken. Klap erop, deal.

Ook binnen Theaters Tilburg hebben we elkaar meer dan ooit nodig. We zijn namelijk met de uitvoering van sterke plannen bezig voor de toekomst. En dan is het wel van belang dat we daar hetzelfde over denken. Of dat we ons in elk geval gezamenlijk achter hetzelfde idee scharen en er eensgezind aan werken. Om te beginnen met de mensen die leiding geven binnen ons prachtige bedrijf natuurlijk. Dus brengen we morgenvroeg een ochtendje door op de hei. Om elkaar eens goed aan te kijken en helder te krijgen waar we samen voor gaan. Om er voor te zorgen dat we aan het begin van het nieuwe seizoen niet alleen een sprongetje hebben gemaakt in de tijd, maar ook in het aanbod dat we voor u in petto hebben. U gaat het meemaken.

En thuis? Daar is het niet minder spannend. De dozen zijn gearriveerd, de spullen worden gepakt. Eind volgende maand wonen we in deze bruisende stad. Een kleine stap voor een man, een gigantische sprong voor mijn kleine meisjes. Dus we houden de handjes vast en gaan ervoor, een ravijn overbrug je niet in twee huppelpasjes. In september kijken we glimlachend terug. Naar dat gedoe met die BTW, naar gezwoeg op fraaie plannen en naar dozen vol huisraad. En kijken we reikhalzend uit, naar weer een nieuw seizoen vol culturele hoogtepunten.

zaterdag 28 april 2012

Spannender en nieuwer

Weet u het nog, de eerste keer? Die onzekerheid, die spanning? Voor alles is een eerste keer. Probeer het nog eens terug te halen, dat moment waarop u voor het eerst in het theater zat. Dat u zich bewust werd dat een orkest altijd stereo is, ook zonder koptelefoon. Of toneel altijd 3D, zonder brilletje. De belevenis is het grootst als je iets niet eerder hebt meegemaakt. Daarna komt de herhaling. Theaters Tilburg is al meer dan vijftig jaar het podium van de stad. De plek waar je in Midden-Brabant moet zijn voor belangwekkende theater- en muziekuitvoeringen. Al meer dan vijftig jaar een vaste relatie met de stad en de mensen die er wonen. Ik weet niet of en hoelang u al samen bent, maar probeert u het maar eens net zo spannend te houden als die eerste keer.

Gelukkig staat Tilburg niet stil. En haar theater dus ook niet. Elk voorjaar brengen we een nieuw programma met meer dan driehonderd voorstellingen en concerten. En dat programma vormt steeds weer een spiegel van de tijd waarin we leven. Natuurlijk, er zijn vaste waarden zoals hoogwaardige symfonieën van bekende componisten, klassiekers in het repertoiretoneel en grote namen uit de muziek en het cabaret. Toch zijn die uitvoeringen steeds weer net iets anders dan die u eerder beleefde. Muziek en theater draait immers om echte mensen. Musici en acteurs met plankenkoorts, dromend van successen, vrezend voor blunders. Theaters Tilburg biedt u ook nieuwe dingen die u gegarandeerd nooit eerder zag of hoorde. Dans uit Vietnam, theateracrobatiek uit Duitsland, de stand-up filosofie van een pientere dame uit Den Haag en de ronkende violen van een vernieuwend strijkkwartet.

Voor mij als nieuwe directeur is het natuurlijk superspannend. Het is mijn eerste keer in Tilburg. Dus draai ik me nog eens om in mijn bedje ’s avonds. Beantwoordt dit fraaie programma aan uw verwachtingen? Gaat u even veel kaartjes kopen als u dat voorheen deed? Laat u zich afschrikken door politieke en economische malheur? Of maak ik mij voor niets zorgen. Profiteert u van het lage BTW-tarief op onze kaartjes, heeft u het volste vertrouwen in onze keuze en ziet u net als wij uit naar een prachtig nieuw seizoen? Daar heeft u immers alle reden toe. We beloven dat we u net als ten tijde van mijn grote voorganger Leo Pot gastvrij zullen ontvangen. We zorgen goed voor u in onze foyers. En we zoeken naar  sferen om het u nog net iets meer naar de zin te maken. Zodat u nog even wat langer bij ons blijft.

En we gaan nieuwe dingen uitproberen. Zo presenteer ik zelf een serie concerten van Amsterdam Sinfonietta en produceren we een hippe serie avonden met Fontys en Het Zuidelijk Toneel in de Studio. Daar blijft het niet bij. We brengen ook onze eigen Comedy-nights en gaan elke eerste zondag van de maand een culturele talkshow maken met Roeland Kooijmans. Eerlijk gezegd kan ik niet wachten tot het weer september is. Maar goed, gaat u nu eerst maar eens op uw gemak dat nieuwe programma doorbladeren. Het vergt het nodige talent om dat samen te stellen, maar voor u als bezoeker immers ook het nodige talent om te kiezen.

En, oh ja. Wie die jongeman is op de cover van het seizoensmagazine? Dat is de violist Oene van Geel van het illustere kwartet Zapp4, hij staat symbool voor een nieuwe wind die waait in de Concertzaal Tilburg. Maar dat is een verhaal dat ik u een volgende keer ga vertellen. Als je een vaste relatie spannend wil houden helpt het als je nog even wat nieuwe verhalen voor je houdt, ja toch?

maandag 9 april 2012

Rendement voor elke cent

Als er één ding is dat ik als bedrijfskundige uit de jaren tachtig ingeprent heb gekregen, dan is het wel de zoektocht naar rendement. Hoe verdien ik met zo min mogelijk inspanningen zoveel mogelijk geld? Natuurlijk dachten mensen al veel langer na over de vraag hoe je iets zo doelmatig en doeltreffend mogelijk kan doen, maar ik geloof dat we dat vanaf die jaren ineens ‘efficiency’ gingen noemen. In alle uithoeken van de samenleving doken we vervolgens op. De managers die gewapend met modellen uit de wiskunde, de economie, de marketing en de psychologie onze bedrijven en instituten binnendrongen en hervormden. Je kan er sceptisch over zijn, maar een middelbare school, een ziekenhuis, maar ook een theater of concertzaal ziet er twintig jaar later bedrijfsmatig gezien echt anders uit.

Al staat de hele wereld op zijn kop, sommige waarheden blijven onaangetast. Een ondernemer kan niet goed functioneren zonder duidelijke visie op de toekomst, zonder antwoord op de vraag wat je denkt bij te dragen aan deze overvolle maatschappij. Af en toe moet je daar eens opnieuw over nadenken en het voor jezelf en de mensen waarmee je werkt opnieuw formuleren. Bij Theaters Tilburg hebben we dat de afgelopen periode ook weer eens gedaan. We hebben naar elkaar uitgesproken waar we voor gaan en waar we voor staan. Wij staan bijvoorbeeld voor gastvrijheid, kwaliteit en continue vernieuwing. En we willen voor het publiek, de makers en de bedrijven de meest belangwekkende culturele ontmoetingsplek zijn in Midden-Brabant. Onder het motto ‘het podium van de stad’ proberen we daar zo goed mogelijk invulling aan te geven. Dus zijn we de deze weken bijvoorbeeld druk bezig met de ontwikkeling van de programmering voor het nieuwe seizoen en met de publiekscampagne die daarbij hoort. Daarbij draait het niet alleen om de dingen die u van ons gewend bent en proberen we ons ook te richten op mensen die nog niet zo vaak onze gast zijn.
En we zetten onze troeven in op de concertzaal.

Daar wil ik u op deze plek even wat extra’s over vertellen. Want afgelopen week besloten we bij Theaters Tilburg om een deel van ons spaargeld te investeren in deze prachtige zaal. Na vijftien jaar is niet alleen het interieur in de foyer verouderd en gedateerd, ook de stoelen in de zaal zijn aan herstoffering toe. Dat biedt een uitgelezen kans om opnieuw na te denken over de gebruiksmogelijkheden. We willen de zaal ook geschikt maken voor wat kleinere ensembles met kleinere publieksaantallen en voor activiteiten die vragen om een ander zaalopstelling dan normaal. Dus vervangen we een deel van de vaste stoelen voor losse exemplaren en maken we een gigantische ‘roomdivider’ waarmee de zaal kan worden vergroot en verkleind. Een spannend kunstproject dat we uitvoeren in nauwe samenwerking met het Textielmuseum. Waarom wil ik u hier nog eens extra op attenderen? Omdat deze ontwikkeling strijdig lijkt met dat hele rendementsdenken waarmee ik ben groot geworden. Het lijkt financieel gezien helemaal niet interessant om te investeren in de concertzaal. Vrijwel alles wat je er doet kost namelijk geld, in plaats van dat het iets oplevert. Orkesten en ensembles zijn meestal veel duurder dan wat we aan de kassa aan euro’s ophalen. En dan hebben we de technici nog niet betaald en zijn we de huur- en energierekening nog maar even vergeten.

Toch gaan we dat doen. Omdat we geloven dat we daarmee kunnen bouwen aan een groter publiek. Omdat we denken dat het beter past bij de muziek en de musici die we willen brengen. Omdat we ervan overtuigd zijn dat we uiteindelijk per euro meer kunnen betekenen voor Tilburg en de Tilburgers. Als je zoals wij de meest belangwekkende culturele plek wil zijn in de regio, dan gaat het denken verder dan entreekaartjes per voorstelling. Dan gaat het om geloof en vertrouwen in het maatschappelijk rendement van de dingen die je doet. Ik ben trots dat ik daar niet alleen in sta. We gaan er samen voor zorgen dat het licht in de Concertzaal Tilburg vaker brandt en dat er dingen gebeuren die ertoe doen. En uiteindelijk maken we de begroting daarmee op langere termijn sluitend. Komt u straks maar eens kijken hoe we dat doen en geniet van elke euro die we samen hebben besteed.

maandag 12 maart 2012

Alles van waarde

Natuurlijk gaat het in mijn leven vaak over geld, dat zal bij u niet anders zijn. Maar het lijkt wel of ik er de laatste tijd meer dan ooit met mijn neus op word gedrukt. Op de feiten bedoel ik. Of het gebrek daaraan, want wat is nu eigenlijk de waarde van de kunsten? De prijs die je er voor over hebt, de prijs die het daadwerkelijk kost of de prijs die je aan de kassa betaalt?  Net als in de winkel, op de site voor vliegtickets of de kassa van het theater komen die prijzen namelijk bij lange na niet overeen. En is de marge lang niet altijd even positief. Of sterker nog, moet er in sommige gevallen fors geld bij. Voer dus voor discussie onder economen, psychologen en pseudowetenschappers. Want waarom zou je ergens geld in investeren als je het niet zichtbaar terug kan verdienen?

Deze morgen mocht ik aanschuiven bij de aanjagers van Brabant Culturele Hoofdstad. Zij hebben de ideeën verzameld en gebundeld voor een plan dat burgers, gemeenten, provincies en zelfs bestuurders van Europa moet overtuigen. Waarvan? Nou ja, van de boodschap dat cultuur het cement is van een samenleving die langzaam maar zeer zeker uiteen brokkelt. En dat gedeelde culturele belevingen mensen op de lange termijn verder brengen dan collectieve overconsumptie. Ik hoor de tegenpartij al mompelen in de raadszalen ‘mooie woorden, daar kopen we niks voor’. Dus waarvan willen die aanjagers de mensen overtuigen dan? Wel, van het feit dat een investering van 100 miljoen euro in de cultuur in Brabantstad zijn geld dubbel en dwars waard is. Dat dit in banen, in bestedingen van bezoekers en opleving van een sukkelende regio veel meer oplevert dan we er samen in stoppen. Ga er maar eens aanstaan in een tijd van versombering en versobering.

Jaren geleden mocht ik meewerken aan een onderzoek dat de economische betekenis van de kunsten in beeld bracht voor de stad Amsterdam. Een knap lastig macro-economisch stukje rekenwerk dat liet zien dat elke gulden die in het theater werd besteed het twee- of drievoudige aan koopkracht opleverde in de stad. Of zoiets, ik weet de getallen niet meer, al was het best indrukwekkend. Waarom ik dat niet meer weet? Wel, eerlijk gezegd geloofde ik er zelf niet zo in. Wel in die getallen hoor, maar niet in de waarde ervan. Economische waarde is erg belangrijk, al het andere is me een stuk meer waard. Dus begrijp ik ook dat er mensen zijn die precies andersom denken. Die geen taart kunnen bakken van de uitlatingen over de sociaal-maatschappelijke en culturele waarden van wat er op die podia, in die galeries en op de pleinen en straten van de stad wordt getoond. Die alleen worden overtuigd met harde getallen.

Toch las ik vandaag in ‘de Pers’ een verhaal dat opriep tot meer vertrouwen in de toekomst. Een verhaal waarin Winterswijk werd gespiegeld aan het Duitse dorp Vreden, zo’n vijf kilometer verderop. Terwijl in het Achterhoekse stadje de lokale economie langzaam uitdooft en de winkelpanden worden dichtgespijkerd, leeft deze aan de andere kant van de grens steeds verder op. In de zoektocht naar de oorzaak komen verschillende argumenten voorbij, maar draait het uiteindelijk om één ding: voortgangsgeloof. Onze Oosterburen geloven dat het loont om juist in deze tijd te investeren. Consumenten geven daar hun geld uit en sluiten leningen af, misschien nog wel fanatieker dan voor de banken wereldwijd crashten. Terwijl ze echt niet minder werklozen hebben dan wij. Dat geloof in de toekomst zit blijkbaar in hun cultuur. Terwijl wij alsmaar somberder worden.

Geld moet rollen, aan oppotten heb je niks. En spijt achteraf, daar koop je al helemaal niks voor. Ik herinner me het concert van Tom Waits jaren geleden in Carré. Een kaartje kostte maar liefst €180. Dat vond ik belachelijk. Hier was iemand bewust verschrikkelijk veel geld aan het verdienen en daar deed ik dus mooi niet aan mee. De waarde van dat kaartje bleek veel hoger dan ik durfde toe te geven. Ik weet niet of je 100 miljoen kan investeren in Brabant 2018. Maar het kaartje voor Tom Waits dat ik niet kocht, daar heb ik nu nog spijt van.

dinsdag 21 februari 2012

Fist

Als geboren Brabander zou ik beter moeten weten. En dat weet ik ook. Ik heb hier immers al maanden het gevoel dat ik aan het thuiskomen ben. Maar toch gaf het me een raar schizofreen gevoel vandaag. Dat we druk achter een bureau zaten te werken terwijl gekostumeerde en luid zingende lui door de straten liepen. Op weg naar de Kènderstoet en daarna op weg naar het Kènderfist in de schouwburg. Twee werelden die langs elkaar schuiven. Dat is natuurlijk al een paar dagen zo. Het is allemaal begonnen met het Kruikenconcert woensdag. Het concert van Guus met zijn special guest Marco Borsato en tal van andere gasten. Wat een feest. Die middag zat ik nog gewoon de jaarrekening te inspecteren, ’s avonds stond ik luid lallend in de schouwburg. De dagen daarna bouwde die feestvreugde verder op.

Het is me al eens eerder overkomen. Dat een mevrouw in de foyer me vroeg "Goh, bent u hier overdag nu ook?". Alsof al die fraaie dingen hier vanzelf gebeuren. Ik snap het wel. Voor het publiek dat hier 's avonds van de voorstellingen geniet is het misschien lastig voor te stellen dat daar overdag hard voor wordt gewerkt. En dat het runnen van een schouwburg net zoiets is als een pretpark of een koekjesfabriek. Met alle dingen die daarvoor steeds weer moeten worden geregeld. Inkoop, verkoop, personeel en zo, weet u wel. Gelukkig merkt u daar als publiek over het algemeen helemaal niets van. Want alles is hier top geregeld. Of we zorgen ervoor, of nee, sterker nog, we zorgen ervoor dat u denkt dat het zo is.

Vandaag was het nog eens dubbel op, caleidoscopisch bijna. In de loop van de ochtend schoven maar liefst drie welgevulde trailers aan mijn raam voorbij. Met alle decors en materialen van 1001-nacht, de nieuwe hit van Het Zuidelijk Toneel. De hele dag is er gebouwd aan deze voorstelling, terwijl enkele meters lager in de studio 1001 kinderen zich vermaakten met carnavalsmuziek, schminken en een vrolijke kinderband. Ons horecapersoneel heeft roodomrande ogen van die lange dagen met de feestvierende Kruikenzeikers, het technisch personeel kon niet wachten tot het carnaval voorbij was en ze weer aan een fraaie nieuwe reeks groots opgezette voorstellingen kon gaan werken. Theater is een continubedrijf, nou ja bijna dan, tenminste wel in het hoogseizoen. En deze week is het dus maar liefst dubbel feest. Want een première van ‘ons eigen’ gezelschap is dan al een feestje op zich, met zo’n grote voorstelling met ‘onze eigen’  Marc-Marie en de Ashton Brothers kan het geluk natuurlijk helemaal niet op.

Je kan dus wel stellen dat ik een verguld man ben deze dagen. Vooral als ik een dag als vandaag mag afsluiten met een borreltje met ‘onze eigen’ Flepsteppers. De carnavalsvereniging die al sinds jaar en dag de schouwburg bestiert. Ter afronding van vier dagen vertier dronken we een biertje in de artiestenfoyer. De artiest van de dag was Peer de Graaf. De grote Tilburger die iedereen graag opvrolijkt met zijn malle liedjes. Omdat toeval nu eenmaal niet bestaat vertelde ik hem van mijn vorige blog op deze site. Dat ik me een regel uit zijn repertoire herinner. Terwijl ik het hem noemde zong hij het me voor. Het duurde niet lang of wij twee zongen gebroederlijk met de Flepsteppers in koor: ‘Zwemmen in het vruchtwater van het leven. Zwemmen in het vruchtwater van het bestaan. Zwemmen, want er valt nog zo veel te beleven. Oh, er is nog niets verloren, ik word elke dag opnieuw geboren.’

De echte carnavalsvierder hoeft gelukkig geen jaar geduld te oefenen om weer te kunnen feesten, voor je het weet is het weer de elfde van de elfde. In de tussentijd viert u in Theaters Tilburg gewoon door. Er valt ook hier nog zo veel te beleven. Om te beginnen morgen, en anders wel de dag daarna.

zaterdag 28 januari 2012

De dag waarop de toekomst begon

In alle steden en dorpen werd de vlag gehesen op de dag dat ik werd geboren. In het ziekenhuis kreeg mijn moeder die middag een sinaasappel. Het was feest in het land. Tot ik een jaar of zeven, acht was geloofde ik mijn vader op zijn woord. Dat ik voor het geluk geboren ben, dat daarom iedereen op mijn verjaardag feest viert. Ik denk niet dat ik me bedrogen voelde op het moment dat ik de waarheid ontdekte. Nee, een trauma heb ik er niet aan over gehouden. Het moet wel rond die tijd zijn geweest dat ik me realiseerde dat de wereld niet alleen om mij draait. Dat de auto’s in de straten niet oneindig rondjes rijden om mij te plezieren. En dat de mensen in de winkels er ook zijn als ik niet kijk. Dat geloofde ik namelijk echt, dat ik in een soort Truman Show leefde die door Onze Lieve Heer werd gedirigeerd.

Mijn verjaardag is een belangrijke dag gebleven, ook nadat ik me ervan bewust werd dat Hare Majesteit diezelfde dag 29 jaar eerder werd geboren. Al doe ik het wel vaker, vooral op die dag vraag ik me af wat de toekomst me zal brengen. Welke gebeurtenissen er in het verschiet liggen, wat ik vermoed of wil dat mij en mijn geliefden gaat overkomen. Vorig jaar wist ik niet dat ik nu in Tilburg de scepter zou zwaaien over zo’n fraaie concertzaal en schouwburg, ik droomde er wel van. Het leven is niet maakbaar, het werkt wel als ik af en toe een handje help. Ik ben geen helderziende, veel blijft in duisternis gehuld. Pas als de zon doorbreekt besef ik waarin ik ben beland.

De afgelopen weken en maanden is er druk nagedacht over de toekomst. Ja, over die van mijzelf en mijn gezin, erg belangrijk, maar dat bedoel ik niet. Ik bedoel vooral de dromen van alle mensen die werken in de culturele sector in Nederland. Na de woede en de rouwperiode die volgden op de plannen van onze staatssecretaris Zijlstra is er een soort nieuwe werkelijkheid ontstaan. Onder druk wordt alles vloeibaar, zelfs bureaucratische culturele bolwerken die voorheen onaantastbaar leken. Om zoveel mogelijk ruimte te bieden aan de verworvenheden die ons land rijk is, wordt druk nagedacht over de vraag hoe we dat allemaal overeind houden als er zo zwaar gesnoeid wordt in de beschikbare budgetten. En dus worden fusieplannen aangekondigd, besluiten theaters, musea of orkesten zichzelf op te heffen en zien we collectief plots kansen die eerder onzichtbaar bleven.

Deze week las ik de meerjarenplannen van mijn collega’s van Het Zuidelijk Toneel, Incubate, Tilburg Dansstad, Festival Cement en de Krakeling. Plannen die op mijn verjaardag worden ingediend bij verschillende fondsen en overheden en waarin wordt verwoord wat die voorzieningen nu zo bijzonder maakt. Waarom ze een plekje verdienen in het nieuwe culturele bestel, hoeveel financiële steun daarbij hoort. Ik werd getroffen door de gedrevenheid en het enthousiasme. Door de oorspronkelijke visies op de functie van podiumkunsten in een land in recessie waarin populisme hoogtij lijkt te vieren. Dat we er bijvoorbeeld samen op vertrouwen dat jonge theatermakers en musici tegen de economische recessie in zullen werken aan hun eigen ontwikkeling. Dat het publiek blijft komen naar belangwekkende voorstellingen op onze podia.

Ondertussen weten we echt wel dat die toekomstdromen niet allemaal waar zullen worden. Dat er zich in Nederland een aardverschuiving voltrekt waar de komende jaren nog heel wat cultuurwetenschappers aan de UvT op zullen promoveren. We weten dat de wereld niet alleen om cultuur draait, dat er andere belangrijke maatschappelijke vraagstukken zijn die ook om aandacht vragen. We hullen we ons nog even in een prettig soort naïviteit. In afwachting van de oordelen van kunstraden, van de beslissingen door politici en onwetenden hijsen we de vlag en vieren we de cultuur. In mijn hoofd hoor ik de Brabantse theatermaker Peer de Graaf zingen: “Ooh, er is nog niets verloren, ik word elke dag opnieuw geboren.”

donderdag 5 januari 2012

De val voor de sprong

Eigenlijk sta ik de hele dag al in Tilburg op het podium van de concertzaal. Alleen fysiek ben ik er nog niet, nog lang niet. Ik ben nog in Zutphen. Dat was niet zo erg toen ik in bed lag, of dromend opsprong bij het zoemen van de wekker. Maar ik ben nu op de fiets van mijn lief op weg terug van de kapper. Ik wil ook nog mijn eigen fiets ophalen bij de stationsstalling. Dat blijkt knap lastig, op twee fietsen fietsen. Vooral met die grote rieten mand aan het stuur. Mijn handrem haakt vast in het riet, ik stuur tegen maar het mag niet helpen. Als ik begin te vallen ben ik met mijn hoofd nog in Tilburg. Het besef dat ik elders ben begint te dagen zo’n tien centimeter boven de grond. Dan val ik keihard op het fietspad, bovenop twee fietsen. Ik kijk versuft rond, een pijnscheut vlamt door mijn heup. Twee oude dames op het voetpad kijken verschrikt om, een traan rolt over mijn wang.

Ik ben een stoere jongen, ik doe alsof er niks aan de hand is. Alsof ik elke dag met twee fietsen op het rode asfalt ga liggen. Maar dat is natuurlijk niet zo. Dus sta ik kreupel op en raap mijn tweewielers bij elkaar. Laat ik maar op die ene met mand fietsen en met die van mezelf in de rechterhand vooruit proberen te komen. Maar dat gaat niet, de ketting is eraf. Dus terug naar die norse man van de stalling, om te vragen of hij zijn handen vies wil maken. Dat wil hij wel, voor een tientje dan. Pas morgen klaar. Zucht, OK. Snel terug naar huis, nog even lunchen en dan met de trein naar Tilburg. Of niet, want die rijden niet. Aanrijding met een persoon, oef. Dus rijd ik met de auto door de storm. Bij de brug over de Waal word ik bijna in de railing geblazen, mijn auto lijkt wel een zeilschip. Aan het roer hangen om de juiste koers te houden.

Gelukkig ben ik op tijd in de concertzaal en zie dat het goed is. Die dame van techniek heeft het piekfijn voor elkaar en snapt helemaal wat het plan is voor de nieuwjaarsbijeenkomst met het personeel. Een doek schermt de zaal af van het podium. Een doek is voor gewone mensen een gordijn, maar in het theater noemen we dat nu eenmaal zo. Het podium is ingericht en verlicht als een hippe club, hier gaat het zo gebeuren. De hele dag dacht ik al dat het zover was, maar nu komt het eindelijk  in de buurt. Ik mag mijn eerste praatje houden voor alle mensen van Theaters Tilburg en ik vind het eerlijk gezegd wel een beetje spannend. Ik toost op een nieuw jaar, het doek valt en een fraaie catwalk over de stoelen van de concertzaal wordt zichtbaar. Ik ben dan wel geen modepopje, maar daar mag ik wel staan onder mijn plaatjes uit de digitale toverlantaarn.

Ik vertel over het keerpunt in de tijd waarin we leven. Dat we samen een sprong gaan maken om er zo voor te zorgen dat Theaters Tilburg blijft surfen op de kop van de golf. Dat we vijf belangrijke strategische keuzes hebben gemaakt die we de komende maanden gaan uitvoeren. Een soort van peptalk in tijden waarin veel mensen somber lijken te worden. Het is geen onzin, ik spreek uit de grond van mijn hart en geloof wat ik vertel. Dat komt over, iedereen doet mee als ik vraag om hand in hand een sprong te maken op de klanken van Van Halen’s Jump! Achteraf klinkt dat een beetje lullig, ik weet het, maar je moet erbij zijn. Ik geloof dat dit een tijdje in de hoofden blijft rondzingen.

Tijdens het biertje bij de nasi met saté dringt het tot me door dat deze hele dag de aanloop was naar dat ene sprongetje. Het kan geen kwaad om te fantaseren over morgen, in het verkeer is het beter om te leven in het hier en nu. Die blauwe plek op mijn heup begint te gloeien, eens zien of ik morgen net zo kwiek opsta als vandaag.