dinsdag 8 november 2016

Beste mijnheer de gedeputeerde



Vorige week zijn de adviezen van de Commissie Kunsten van de Provincie Noord-Brabant bekend geworden. Het is goed nieuws dat de provincie extra geld uittrekt voor kunst en cultuur en het is helemaal fraai dat we er dankzij de afspraak over matching ook nog eens in slagen om meer rijksgeld hiernaartoe te laten vloeien. Dat sluit aan op de ambitie om samen te werken aan de versterking van de culturele regio BrabantStad. Dit zal doorslaggevend zijn in de aanloop naar een nieuwe beleidsperiode waarin de culturele ambities van stedelijke regio’s leidend zijn bij de financiering van kunst en cultuur. Dus juichen we het net als u toe dat de wethouders van de vijf Brabantse steden in de aanloop daarnaartoe de handen ineenslaan en samen willen bouwen aan onze culturele toekomst.

Tilburg vervult in BrabantStad een cruciale rol, ook op cultureel gebied. Wij zijn een stad waar talenten worden ontdekt en opgeleid, een stad waar jonge makers een eerste stap kunnen zetten in hun professionele ontwikkeling, een stad die beschikt over actieve musea, podia en festivals om dat prille talent in een nationale en internationale context te plaatsen. Zoals met elke subsidieronde zijn er winnaars en verliezers. En al pakt dat dit keer op provinciaal niveau best aardig uit, het is opmerkelijk dat juist in Tilburg nu rake klappen vallen.
 
Wij zijn solidair met onze collega’s die in hun voortbestaan worden bedreigd en willen hen helpen hun missie te voltooien. Maar ons collectieve belang gaat verder dan dat. Het gaat er vooral om dat die keuzes ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de ontwikkeling van kunst en cultuur in BrabantStad op middellange termijn.

De ongewenste gevolgen zitten besloten in de gekozen systematiek van beoordelen en toekennen. Uw eigen commissie wees u al op de nadelen hiervan. Dus vragen we u om die individuele adviezen te heroverwegen, om vast te stellen welke besluiten op bovenstedelijk niveau tot onomkeerbare schade kunnen leiden. Natuurlijk willen we u daar als lokale professionals bij helpen. Al begrijpt u zelf ook dat de mogelijke opheffing van dansgezelschappen niet bijdraagt aan het profiel als dansstad, dat beeldend kunstenaars niet floreren zonder professionele presentatiepartners en dat het minimaliseren van beeldbepalende, grensverleggende festivals onze stad en daarmee de hele regio op achterstand zet.

Wij vragen u om vervolgens met ons en onze collega’s in gesprek te gaan en na te gaan hoe kan worden voorkomen dat die schade optreedt. Want hoe wijzelf en onze gemeente ook ons best doen, samen met Gedeputeerde Staten heeft u daarin een bepalende stem. Wij waarderen uw onaflatende inzet voor kunst en cultuur in Brabant en vragen u dit keer nog een tandje extra bij te zetten. Niet zozeer voor ons, maar bovenal voor de inwoners van de provincie waar we zo trots op zijn.

Met hartelijke groet,

Boyke Brand, Factorium Podiumkunsten
Eric Japenga, Het Zuidelijk Toneel
Errol van de Werdt, Stichting Mommerskwartier
Frans Ellenbroek, Natuurmuseum Brabant
Frens Frijns, Poppodium 013
Hendrik Driessen, Museum De Pont
Karen Neervoort, Fontys Hogeschool voor de Kunsten
Maurice Dujardin, Theater De NWE Vorst
Paul Guldemond, Jazzpodium Paradox
Peter Kok, Bibliotheek Midden-Brabant
Rob van Steen, Theaters Tilburg
Wim van Stam, DansBrabant