dinsdag 30 juni 2015

50 jaar

Omdat de Eindhovense schouwburg vijftig jaar bestaat heeft schrijver en toneelmaker Oscar Kocken vijftig herinneringen opgetekend. Zo belandde mijn verhaal uit 1980 in een fraai boekje ter gelegenheid van dat jubileum. Dit keer een heuse gastcolumn in 'steen voor steen'.


Ik ben een kind van een groot gezin - zeven kinderen – en ik ben de middelste. Wij waren een gezin dat niet naar de schouwburg ging, daar hadden we helemaal geen geld voor. Dat was voor ons simpelweg niet weggelegd. Mijn vader was machinebankwerker in een fabriek in Best, dan koop je niet zo snel een kaartje voor het toneel.

1980 was voor mij een kanteljaar. Het was tijd voor de middelbare school en ik veranderde mijn naam. Mijn ouders hadden me gedoopt als Robbie, maar ik vond mezelf groot en volwassen, dus voortaan werd het Rob. En het was op die school dat ik voor het eerst in de schouwburg terechtkwam. Daar zat het gewoon in het pakket, het hoorde erbij, twee of drie keer per jaar. Dus ik kruiste maar iets aan, een voorstelling van Studio Hinderik, geen idee waarom, waarschijnlijk omdat vriendjes het ook deden. Iets met poppen was het. Het was mijn eerste keer in het theater en ik vond het helemaal niks.

Later dat jaar moest ik nog eens. Deze keer had ik gekozen voor iets waarvan ik dacht dat het cabaret was, kwam die vent verdorie ook weer met poppen! Deze man maakte echter wél indruk: Jozef van den Berg had de kwaliteit om van dode dingen - een zakdoek, meer niet - iets te maken wat wel begon te leven en hij wist me erin mee te zuigen. Hij was ook op reis met een familie, die hij bij zich had in een koffer. Ik denk dat dat mij raakte omdat ik zelf uit zo’n grote familie kwam en me daarvan losmaakte. Ik ging atheneum doen en mijn broers werden schilder, kok en chauffeur. Ik niet, ik mocht studeren. Ik was de professor, mijn broertjes plaagden me daar mee.

Op de TU studeerde ik bedrijfskunde. Daar bij het studententoneel van Doppio ontstond het theatervuur pas echt, ik wist het zeker: ik word schouwburgdirecteur! Maar ja, niemand zat op mijn vierentwintigste op me te wachten. Ik heb jarenlang consultancywerk gedaan, tot ik veertig werd en besefte dat het hoog tijd werd voor die oude droom. En nu doe ik dat al negen jaar, waarvan vier in Theaters Tilburg. Het mooie is: als je bedrijfskunde hebt gestudeerd kun je baas worden van een koekjesfabriek, maar aan koekjes kan een mens zich overeten. Bij theater niet, dat kan ik zo veel zien als ik wil.

Ik ben blij dat die eerste kennismaking met theater mij destijds niet heeft tegengehouden. Meer en meer besef ik dat kunst ook een talent vergt van het publiek: durf je maar eens open te stellen en te denken: verwonder mij maar. Bij Studio Hinderik lukte mij dat die eerste keer nog niet, maar later heb ik die knop gelukkig alsnog gevonden. En ook al zie ik heel veel, nog steeds laat ik mij raken. Overigens wel makkelijker bij dans en muziek dan bij toneel. Blijkbaar is het gevoel dat dáár wordt overgebracht zo sterk dat je een slag overslaat: niet denken, maar voelen. 

We zitten toch al in een wereld waarin je continu moet oordelen, het is een heel prettige ervaring als dat analytische even achterwege mag blijven. Dan merk je weer dat wat in je hart plaatsvindt veel waardevoller is dan wat er in je hoofd gebeurt. Je krijgt er een dikke keel van en hoewel je wéét dat het flauwekul is, dat die man ook maar staat te doen alsof, toch komt het binnen. Zeker bij jeugdtheater werkt dat zo, dan voel je dat er nog steeds een kind in je schuilt dat soms gewoon heel even wil worden aangeraakt.

(c) Oscar Kocken.

Zie ook de site van Parktheater Eindhoven